BAC 2022-04067
Publicatiedatum 14-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 16 december 2021 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 19 januari 2022
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 12 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door belanghebbende op 17 januari 2021 ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT op 16 december 2021 genomen beschikking inzake de lichte toets (met kenmerk UHT CHR GU).
In deze beschikking heeft UHT - met toepassing van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling) - aan belanghebbende kenbaar gemaakt dat zij in de lichte toets vooralsnog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire bedrag van € 30.000 uit te betalen.
Overgangsrecht
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich op enig moment bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij beschikking van 16 december 2021 (met kenmerk UHT CHR GU) heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat hij (vooralsnog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000 en dat de herbeoordeling nog niet klaar is.
- Bij brief van 17 januari 2022 heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
- Op 16 februari 2022 heeft UHT de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk aan belanghebbende bevestigd.
- Op 15 februari 2023 heeft UHT, na het uitvoeren van een nieuwe lichte toets,
€ 30.000 uitbetaald aan belanghebbende. - UHT heeft op 11 april 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaar.
- Belanghebbende heeft op 11 oktober 2023 telefonisch bevestigd dat het bedrag van € 30.000 aan hem is uitbetaald.
- De Commissie heeft het bezwaarschrift behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende is het niet eens met de beslissing van UHT in de lichte toets om aan hem op grond van de Catshuisregeling vooralsnog geen € 30.000 toe te kennen. In zijn ogen is er niet goed naar zijn casus gekeken en had hij wel voor die regeling in aanmerking moeten komen.
In haar schriftelijke reactie geeft UHT aan dat tijdens de behandeling van het bezwaar van belanghebbende een nieuwe lichte toets is uitgevoerd. Bij deze nieuwe toets is UHT gebleken dat de Belastingdienst/Toeslagen in het verleden fouten heeft gemaakt. Daarom is belanghebbende alsnog als gedupeerde aangemerkt en is het forfaitaire bedrag van € 30.000 op 15 februari 2023 aan belanghebbende uitgekeerd. De Commissie ziet zich hierdoor voor de vraag gesteld of belanghebbende nog een belang heeft bij het (verder) voeren van de bezwaarprocedure tegen het besluit van UHT van 16 december 2021.
Het procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat diegene voor ogen staat met het rechtsmiddel (in dit geval bezwaar) kan worden bereikt en voor diegene van feitelijke betekening is. In beginsel heeft een belanghebbende die opkomt tegen een besluit belang bij een beoordeling van het bezwaar of beroep, tenzij vast komt te staan dat ieder belang bij de procedure ontbreekt of is komen te ontvallen. In onderhavig geval is de Commissie van oordeel dat het procesbelang van belanghebbende bij de bezwaarprocedure is komen te vervallen vanaf de datum van de beschikking althans de datum van uitbetaling door UHT aan belanghebbende.
Nu het procesbelang van belanghebbende is komen te vervallen, acht de Commissie het bezwaarschrift van belanghebbende niet-ontvankelijk. De Commissie adviseert UHT daarom het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Op grond van artikel 7:3 sub e Algemene wet bestuursrecht is van het horen van belanghebbende afgezien, omdat volledig aan het bezwaar van belanghebbende is tegemoetgekomen en andere belanghebbenden hierdoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
Conclusie
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaar niet-ontvankelijk te
verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter