Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-03950

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 20 december 2021 met kenmerk UHT-CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 14 januari 2022

Hoorzitting: 9 juni 2023

Overdracht advies aan UHT: 23 augustus 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gegrond te verklaren en belanghebbende alsnog het bedrag van € 30.000 toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift, is gericht tegen de door UHT genomen beschikking inzake de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zogenoemde Catshuisuitkering.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Artikel 8.6 Wht bepaalt dat beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1. vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling. Gelet daarop moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft zich op 24 maart 2021 bij UHT aangemeld in het kader van
    een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij beschikking van 20 december 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat
    hij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
  • Bij brief van 11 januari 2022, ontvangen op 14 januari 2022, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
  • Op 20 januari 2023 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
  • Bij e-mailbericht van 23 mei 2023 heeft belanghebbende aanvullende stukken
    toegestuurd. Deze zijn op 25 mei 2023 verstuurd aan UHT.
  • Op 9 juni 2023 heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies
    gevoegd.
  • Op 13 juli 2023 heeft UHT bij e-mailbericht aangegeven dat haar standpunt is gewijzigd. Belanghebbende heeft recht op het forfaitaire bedrag van € 30.000
    Ter verduidelijking is een aanvullende schriftelijke reactie bijgevoegd. Deze is op
    13 juli 2023 aan belanghebbende toegestuurd.
  • Belanghebbende heeft aangegeven content te zijn met het forfaitaire bedrag.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het
voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het bezwaarschrift van belanghebbende is gericht tegen de beschikking van UHT van 20 december 2021, waarin hem is meegedeeld dat hij (nog) geen recht heeft op een
betaling van € 30.000.

Naar aanleiding van het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift, en hetgeen is besproken tijdens de hoorzitting, heeft UHT in haar aanvullende schriftelijke reactie
aangegeven dat het bezwaar gegrond is en dat belanghebbende recht heeft op het
forfaitaire bedrag van € 30.000. Belanghebbende heeft aangegeven daarmee content te zijn.

De Commissie adviseert UHT op het bezwaarschrift te besluiten conform hetgeen in de
aanvullende schriftelijke reactie is aangegeven.

Conclusie

Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift gegrond te verklaren en het bedrag van € 30.000 alsnog aan belanghebbende toe te kennen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter