Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-03635

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 18 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC I

Ontvangst bezwaarschrift: 26 januari 2022

Hoorzitting: 15 december 2023

Overdracht advies aan UHT: 22 december 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar deels gegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift van 26 januari 2022 is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag d.d. 18 augustus 2021.

Aan belanghebbende is met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) compensatie toegekend.

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Op grond van artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wht, vanaf dat tijdstip geacht worden te zijn genomen op grond van afdeling 2.1 en verder van de Wht.

Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 4 maart 2020 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2012, 2013 en 2014.
  • UHT heeft bij bestreden beschikking aan belanghebbende een definitieve compensatie toegekend voor een bedrag van € 38.613,- voor de jaren 2012, 2013 en 2014.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 26 januari 2022, ingekomen op 26 januari 2022, tegen deze beschikking een pro forma bezwaarschrift ingediend.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 5 juli 2022, ingekomen op 5 juli 2022, het bezwaarschrift aangevuld.
  • UHT heeft op 21 augustus 2023 een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 15 december 2023 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt, dat achter het advies is gevoegd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT de toegekende compensatie op de juiste wijze heeft berekend.

Compensatieberekening
UHT heeft in de schriftelijke reactie en ter zitting de berekening en haar standpunt toegelicht. UHT heeft aangegeven dat er ten aanzien van het jaar 2013 fouten zijn gemaakt in de berekening. Derhalve dienen componenten D (toeslagrente), E (terugbetaalde of niet toegekende KOT inclusief toeslagrente), H (materiële schade), M (juridische kosten) en O (rente over gemiste KOT) voor dit jaar te worden aangepast. Ten aanzien van het jaar 2014 heeft UHT ter zitting toegezegd dat 2 punten voor juridische kosten vergoed zullen worden in plaats van 1 punt. In de schriftelijke reactie is voorts toegezegd dat ook ten aanzien van de jaren 2012 en 2014 de renteberekening aangepast zal worden met als einddatum de datum van de beslissing op bezwaar. De aanpassingen hebben ook tot gevolg dat componenten N (immateriële schade) en P (1% vergoeding opnieuw berekend moeten worden. De Commissie ziet geen aanleiding UHT niet te volgen en adviseert UHT de compensatieberekening op de door UHT voorgestelde wijze aan te passen.

Motivering en onvolledig dossier
Belanghebbende voert aan dat de bestreden beschikking onvoldoende is gemotiveerd, omdat het dossier onvolledig is en uit de aangeleverde stukken niet blijkt waarom belanghebbende vooringenomen is behandeld. De Commissie is van mening dat door middel van het indienen van de schriftelijke reactie, waarin UHT uiteen heeft gezet waarom belanghebbende recht heeft op compensatie en de totstandkoming van het compensatiebedrag is toegelicht, met verwijzing naar onderliggende stukken, het bestreden besluit voldoende is onderbouwd. De Commissie heeft geen aanknopingspunten kunnen vinden om aan te nemen dat hier niet is voldaan aan de in artikel 7:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) neergelegde verplichting alle op de zaak betrekking hebbende stukken ter inzage te leggen. Aangezien belanghebbende ook niet om aanhouding van de behandeling van haar bezwaren heeft verzocht omdat zij meer of andere stukken in de procedure zou willen betrekken, is het op dit punt ontwikkelde bezwaar ongegrond.

Werkelijke schade en zorgvuldigheid
Belanghebbende voert verder aan dat de bestreden beschikking onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen, omdat het compensatiebedrag de schade die belanghebbende heeft geleden niet volledig dekt. De Commissie wijst erop dat op grond van artikel 2.1 lid 1 in samenhang gelezen met artikel 2.3 van de Wht alleen forfaitaire bedragen aan compensatie worden toegekend. Als belanghebbende meent dat zij meer of andere schade heeft geleden, dan dient zij daarvoor een verzoek in te dienen voor vergoeding van aanvullende werkelijke schade zoals omschreven in artikel 2.1 lid 3 van de Wht. Ter zitting heeft gemachtigde bevestigd dat een verzoek tot het vergoeden van aanvullende werkelijke schade reeds is ingediend. Deze bezwaargrond slaagt niet.

Proceskostenvergoeding
UHT stelt zich op het standpunt dat belanghebbende een vergoeding van de proceskosten toekomt. De Commissie ziet geen aanleiding zich daartegen te verzetten en adviseert UHT derhalve om daartoe over te gaan.

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie, de hiervoor geformuleerde vraag deels bevestigend deels ontkennend beantwoordend, om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en om:

  • De bestreden beschikking te herroepen en de compensatieberekening aan te passen op de wijze als hiervoor omschreven;
  • een vergoeding van de proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure toe te kennen van twee procespunten met wegingsfactor twee voor het hoogste tarief.
  • De bezwaren voor het overige ongegrond te verklaren.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter