Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-03587

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 14 december 2021 met kenmerk UHT-DC I

Ontvangst bezwaarschrift: 21 januari 2022

Hoorzitting: 16 januari 2024

Overdracht advies aan UHT: 17 januari 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaarschrift deels gegrond te verklaren en een proceskostenvergoeding
toe te wijzen.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking van 14 december 2021. In de bestreden beschikking wordt aan belanghebbende een definitief compensatiebedrag van € 34.282 toegekend voor de toeslagjaren 2012, 2013 en de periode januari tot en met augustus 2014. Belastingdienst/Toeslagen heeft over die periode fouten gemaakt bij de beoordeling van de situatie van belanghebbende.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het
bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht wordt de bestreden beschikking geacht te zijn
genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenning van de standaard vergoedingen en niet op de vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade bestemd.

Procesverloop

  • Op 4 december 2019 heeft belanghebbende verzocht om herbeoordeling van de
    kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij beschikking van 28 mei 2021 heeft UHT naar aanleiding van de eerste toets een
    forfaitair bedrag van € 30.000 uitgekeerd.
  • Op 13 september 2021 heeft de Commissie van Wijzen (hierna: CvW) geoordeeld dat
    de compensatieregeling en de hardheidscompensatie niet van toepassing zijn op de
    periode september tot en met december 2014.
  • Op 11 oktober 2021 heeft UHT aangegeven dat het voorlopige compensatiebedrag is bepaald op € 33.551 voor de toeslagjaren 2012, 2013 en de periode januari tot en met augustus 2014.
  • Bij beschikking van 14 december 2021 is aan belanghebbende een definitief compensatiebedrag van € 34.282 toegekend voor de toeslagjaren 2012, 2013 en de periode januari tot en met augustus 2014.
  • Gemachtigde heeft hiertegen een bezwaarschrift ingediend. De ontvangst is op 2 februari 2022 bevestigd.
  • Op 31 oktober 2022 heeft gemachtigde aanvullende gronden van bezwaar ingediend.
  • Op 19 december 2022 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 16 januari 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Het hoorverslag is bij dit advies gevoegd.
  • De Commissie bestaande uit [voorzitter], en [leden], heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

De ontvankelijk van het bezwaarschrift is niet in geschil.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Compensatieberekening
De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of UHT het toegekende definitieve
compensatiebedrag voor de toeslagjaren 2012 tot en met 2014 van € 34.282 op de juiste wijze heeft berekend.

UHT heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat de compensatieberekening op een
aantal punten moet worden aangepast. Deze punten zijn toegelicht in het hoorverslag.
De aanpassing voor toeslagjaar 2013 van regel g van de compensatieberekening leidt
ertoe dat het bezwaarschrift deels gegrond dient te worden verklaard.

Deze gegrondverklaring heeft tot gevolg dat ook andere bedragen in de
compensatieberekening wijzigen: de vergoeding van de immateriële schade en de
aanvullende vergoeding van 1% dienen te worden doorberekend tot de datum van de
beslissing op bezwaar.

Forfaitaire bedrag immateriële schade
Op grond van artikel 2.3, lid 4 van de Wht betreft de vergoeding voor immateriële schade een forfaitaire vergoeding van € 500 voor ieder half jaar dat is verstreken tussen de dagtekening van een eerste beschikking als bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a, en de dagtekening van de eerste beschikking tot toekenning van compensatie, waarbij een deel van een half jaar naar boven wordt afgerond op een half jaar. Het is op grond van de Wht niet mogelijk een hogere schadevergoeding toe te kennen.

Proceskostenvergoeding
Nu de Commissie het bezwaar gedeeltelijk gegrond acht, adviseert de Commissie een
proceskostenvergoeding toe te kennen. Op grond van het Besluit proceskosten
bestuursrecht bestaat een recht op een forfaitaire vergoeding op basis van twee
procespunten (bezwaarschrift en hoorzitting) met een wegingsfactor twee. Net als in
eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding toe te kennen.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:
- het bezwaarschrift deels gegrond te verklaren en de compensatieberekening aan te
passen conform bovenstaande overwegingen; en
- een proceskostenvergoeding toe te kennen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Voorzitter