Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-978

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 23 juni 2021 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 17 juni 2021

Overdracht advies aan UHT: 26 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk af te ronden. Voorts adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van d.d. 16 juni 2021, aangevuld met nadere gronden d.d. 28 juli 2021 van [belanghebbende] is gericht tegen de beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 23 juni 2021 met kenmerk UHT-B DMB2 van de
Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie, bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 21 juli 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

In het bezwaarschrift geeft belanghebbende aan dat het toegekende bedrag van € 30.000 niet haar werkelijke schade dekt. Belanghebbende verzoekt een vergoeding van € 100.000 voor de geleden schade. Voorts eist zij dat al haar schulden worden
kwijtgescholden en de negatieve BKR-registratie op haar naam per direct wordt
verwijderd. Tevens verzoekt belanghebbende informatie te ontvangen over de
kwijtschelding van de openstaande schulden.

Belanghebbende geeft aan bestempeld te zijn als fraudeur door de Belastingdienst.
Vanwege de problemen die daardoor zijn ontstaan heeft belanghebbende een burn-out gehad en heeft zij na 26 jaar dienstverband haar baan verloren. Voorts verzoekt
belanghebbende dat ook haar gedupeerde kinderen financieel gecompenseerd worden.

Verweer

In het schriftelijk verweer van 14 september 2021 heeft UHT gereageerd op het door
belanghebbende gemaakte bezwaar.

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek wordt gehonoreerd.

Vooruitlopend op de vaststelling van wetgeving is het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag) tot stand gekomen (besluit van 18 maart 2021, Staatscourant 2021.14691, gewijzigd bij besluit van 31 mei 2021, Staatscourant 2021.28304). Op grond van de Catshuisregeling komen ouders die bij de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek hebben ingediend of nog gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen in aanmerking voor een forfaitair bedrag van € 30.000 als zij in enig jaar voldoen aan de in de betreffende herstelregeling genoemde voorwaarden (artikel 2.1 Catshuisregeling).

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de herstelregelingen. Het bedrag van € 30.000 is een minimum (forfaitair) bedrag (artikel 2.3 Catshuisregeling). Dit betekent dat ook in geval de hoogte van de compensatie na de integrale beoordeling lager uitvalt dan € 30.000 de ouder recht houdt op deze € 30.000.

Met betrekking tot de schulden merkt de UHT op dat belanghebbende reeds per brief
met kenmerk UHT-ISGO en UHT-ISPUGO informatie heeft ontvangen over schulden en
kwijtschelding.

De lichte toets heeft er voor belanghebbende in geresulteerd dat haar een bedrag van € 30.000 is toegekend. In reactie op de stelling van belanghebbende dat zij in aanmerking komt voor een hoger bedrag verwijst de UHT naar de bestreden beschikking. Daarin staat dat de situatie van belanghebbende nog wordt bekeken
in het kader van de integrale beoordeling. Indien belanghebbende recht heeft op meer dan € 30.000 dan krijgt zij een aanvulling op het bedrag dat al is uitgekeerd. Een persoonlijk zaakbehandelaar zal overleggen met belanghebbende en ingaan op de door belanghebbende aangevoerde persoonlijke omstandigheden.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    • 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    • 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    • 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen, en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie is van oordeel dat belanghebbende met het indienen van dit bezwaarschrift heeft willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Echter heeft zij daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het minimum bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door de UHT is aangemerkt als
gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het
oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.

Het uitkeren van het bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het
Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om de UHT in staat te stellen gedupeerde ouders snel (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van dit bedrag zal de UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij de Commissie Werkelijke Schade.

Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking, bevat het geen
bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer
compensatie.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. Derhalve heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig
mogelijk af te ronden.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter