BAC 2021-908
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 2 maart 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 15 april 2021
Overdracht advies aan UHT: 18 februari 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT om de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling. Ook adviseert zij om belanghebbende het door haar gevraagde dossier toe te sturen
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) d.d. 9 april 2021 is gericht tegen de beschikking ‘minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag’ van 2 maart 2021 (UHT-B DMB2) van de belastingdienst/ Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT). Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande uit de [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 18 februari 2022.
Gronden van bezwaar
Belanghebbende dringt aan op de integrale beoordeling die haar al geruime tijd geleden is toegezegd maar nog steeds niet heeft plaatsgevonden. Deze gang van zaken acht zij in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zij verzoekt om het dossier toegestuurd te krijgen.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd: - 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172; - 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700; - 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
- Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
De Commissie acht het bezwaarschrift tijdig te zijn ingediend. Voor haar overwegingen met betrekking tot dit onderwerp verwijst zij naar een eerder uitgebracht advies (BAC 2020-059).
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren. Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet belanghebbende daarvoor een verzoek indienen bij UHT. Hoewel het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit waarin € 30.000 op grond van de Catshuisregeling wordt toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een nadrukkelijk verzoek om een integrale beoordeling. Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift dan ook alleen willen aangeven dat zij het niet eens is met de gang van zaken: zij moet te lang wachten op de haar toegezegde integrale beoordeling. Belanghebbende heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend. De gronden die belanghebbende in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd.
Het bezwaarschrift is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende afgezien. Voor de aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een verzoek in te dienen bij UHT. De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende aangemerkt als een herhaald en dringend verzoek om een integrale beoordeling.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig als mogelijk in gang te zetten. Ook adviseert zij om belanghebbende het door haar gevraagde dossier toe te sturen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter