BAC 2021-899
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 21 april 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 18 mei 2021
Overdracht advies aan UHT: 20 juni 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van [belanghebbende] namens haar ingediend door [gemachtigde] is, blijkens de inhoud, gericht tegen de beschikking ‘U krijgt 30.000 euro van ons’ van 21 april 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304). Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 10 juni 2022.
Gronden van bezwaar
Gemachtigde heeft in zijn telefoongesprek met van UHT op 17 december 2021
aangegeven dat belanghebbende niet zozeer bezwaar maakt tegen de toekenning van € 30.000 als wel een signaal afgeeft; gemachtigde wil het resultaat van de integrale beoordeling van belanghebbende afwachten. Hij gaf aan zich bij UHT te zullen melden indien juridische vervolgstappen ná integrale beoordeling van belanghebbende nodig zijn. is daarmee akkoord gegaan en heeft dit in een e-mailbericht van 17 december 2021 aan gemachtigde bevestigd.
Tevens heeft hij daarin meegedeeld dat hij hetgeen was overeengekomen, reeds aan de Commissie had doorgegeven. De Commissie heeft hierna geen bericht meer van gemachtigde of belanghebbende ontvangen.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
- Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren. Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan
compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, kan zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Het bezwaarschrift is ingediend naar aanleiding van de uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling. Gemachtigde heeft in het hierboven aangehaalde telefoongesprek met UHT aangegeven dat belanghebbende geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen toekenning van dat bedrag en dat gemachtigde eerst de integrale beoordeling wil afwachten. Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift echter wel formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend. Het bezwaarschrift geeft de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte
heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd. Het bezwaarschrift is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel
7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende afgezien.
De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een spoedige integrale beoordeling.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter