BAC 2021-596
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 1 mei 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/093 UHT
Ontvangst bezwaarschrift: 4 mei 2021
Overdracht advies aan UHT: 29 september 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift in de onderhavige zaak kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren omdat bij aanvullend besluit van 7 juli 2022 volledig tegemoet is gekomen aan het bezwaar van belanghebbende.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift, is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking inzake de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zgn. Catshuisuitkering van 1 mei 2021 (CAP/UCF/21/093).
De Commissie, bestaande (voorzitter), en (leden) heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 29 september 2022.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich op 18 december 2019 bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij beschikking van 1 mei 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog)
geen recht heeft op een betaling van € 30.000. - Bij brief van 3 mei 2021, door UHT ontvangen op 4 mei 2021, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
- Bij beschikking van 7 juli 2022 is aan belanghebbende een definitieve compensatie
kot toegekend van € 30.000.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.
De gronden van bezwaar zien echter uitsluitend op het (nog) niet in aanmerking komen voor het compensatiebedrag van € 30.000. Met het gewijzigde besluit van 7 juli 2022 is alsnog een definitieve compensatie van € 30.000 toegekend, en is aan het
bezwaarschrift van belanghebbende tegemoet gekomen. Daarmee is naar de mening
van de Commissie het procesbelang van belanghebbende bij beoordeling van het besluit van 1 mei 2021 komen te vervallen. Hieruit volgt dat de bezwaren die op dit besluit betrekking hebben kennelijk niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Advies
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift dat gericht is tegen
het besluit van 1 mei 2021 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter