BAC 2021-4088
Publicatiedatum 13-10-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 16 december 2021 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 31 december 2021
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 27 oktober 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift in de onderhavige zaak kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren omdat bij besluit van 21 juli 2022 volledig tegemoet is gekomen aan het bezwaar van belanghebbende.
Onderwerp van advies
Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de beschikking d.d. 16 december 2021 van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen op de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een uitkering op grond van de zogenaamde Catshuisregeling.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld in het kader van een herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij beschikking van 16 december 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
- Bij brief van 31 december 2021 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen deze
beschikking. De gronden van het bezwaar zijn door belanghebbende bij brief van 4
januari 2022 aangevuld. Bij brief van 13 januari 2022 heeft advocaat, zich gesteld als gemachtigde voor belanghebbende en verzocht om toekenning van een proceskostenvergoeding. - Op 23 juni 2022 heeft UHT schriftelijk op het bezwaarschrift gereageerd.
- Bij beschikking van 21 juli 2022 met kenmerk UHT-DC I heeft UHT aan belanghebbende een definitieve compensatie van € 31.061 toegekend.
- Bij mail van 30 september 2022 heeft de gemachtigde de Commissie bericht dat zijns inziens een besluit op bezwaar genomen kan worden, inhoudende een niet-ontvankelijk verklaring en heeft hij verzocht om een beslissing ten aanzien van de proceskosten.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 28 oktober 2022.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.
De gronden van bezwaar zien echter uitsluitend op het (nog) niet in aanmerking komen voor het voorlopige compensatiebedrag van € 30.000. Met het besluit van 21 juli 2022 is alsnog een definitieve compensatie van € 31.061 toegekend, waarmee aan het bezwaarschrift van belanghebbende is tegemoet gekomen. Daarmee heeft belanghebbende geen reëel en actueel belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift. Het procesbelang van belanghebbende is dan ook komen te vervallen en in verband daarmee dient het bezwaarschrift kennelijk niet ontvankelijk verklaard te worden.
In het kader van deze procedure zijn door de gemachtigde geen proceshandelingen verricht die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen. De Commissie adviseert UHT dan ook om het verzoek tot toekenning van een proceskostenvergoeding af te wijzen.
Conclusie
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift dat gericht is tegen het besluit van 16 december 2021 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren en het
verzoek tot toekenning van een proceskostenvergoeding af te wijzen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter