BAC 2021-365
Publicatiedatum 30-05-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 1 mei 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/093 UHT
Ontvangst bezwaarschrift: 10 mei 2021
Overdracht advies aan UHT: 17 december 2021
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift af te wijzen omdat er geen aanwijzingen zijn dat de lichte toets onzorgvuldig is verricht en om een vergoeding voor juridische bijstand voor de huidige procedure toe te kennen,
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] ingediende bezwaarschrift, namens [belanghebbende], is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking ‘Hoe gaat het met uw aanmelding’ van 1 mei 2021
(CAP/UCF/21/093 UHT).
Procesverloop
- Belanghebbende is niet door de zogenoemde lichte toets gekomen. Met toepassing van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag) van 18 maart 2021, Staatscourant 19 maart 2021, 14691 (hierna: de Catshuisregeling) is aan haar meegedeeld dat UHT nu nog geen reden ziet om haar € 30.000 te betalen. Er wordt door UHT nog goed naar haar situatie gekeken. De herbeoordeling van belanghebbende door UHT is nog niet klaar.
- Bij brief van 10 mei 2021 heeft gemachtigde bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
- Op 13 augustus 2021 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
- Telefonisch heeft gemachtigde op 5 oktober 2021 laten weten af te zien van een hoorzitting.
- Gemachtigde heeft verzocht om een schriftelijke afdoening op basis van de stukken. Dit is bij e-mail van 5 oktober 2021 aan hem bevestigd.
- De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 15 oktober 2021 .
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden - samengevat – als volgt.
- De in algemene zin aangevoerde redenen voor afwijzing zijn niet op belanghebbende van toepassing.
- Belanghebbende is het niet eens met het standpunt van UHT dat er geen sprake zou
zijn van een beslissing en er geen bezwaar zou openstaan tegen de brief van 1 mei. Er is namelijk sprake van een rechtsgevolg omdat belanghebbende op dit moment niet in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Catshuisregeling terwijl zij stelt daar wel recht op te hebben. De constatering van UHT dat belanghebbende niet de lichte toets is doorgekomen is een voorschot op het eindoordeel. - Voor zover UHT met de brief probeert te beogen dat UHT meer tijd kan genereren,
schiet de brief haar doel voorbij. - In het bezwaar verzoekt gemachtigde om vergoeding van proceskosten voor de
onderhavige bezwaarprocedure.
Verweer
In haar schriftelijke reactie van 13 augustus 2021 stelt UHT, samengevat, dat
belanghebbende ontvankelijk is in haar bezwaar. Het bezwaar van belanghebbende is
ongegrond. UHT heeft zich in die schriftelijke reactie, samengevat, als volgt uitgelaten over de bezwaren van gemachtigde.
- Het standpunt van UHT is inmiddels dat er, met inachtneming van de Algemene
wet bestuursrecht, onverkort bezwaar open staat tegen de brief waarin is
meegedeeld dat er nog geen sprake is van een definitieve afwijzing. - De algemene gronden van afwijzing zijn inderdaad ruim. Onderhavige
bezwaarprocedure biedt echter bij uitstek ruimte om nader in te gaan op de
concrete situatie van belanghebbende. - Er is voor belanghebbende sprake geweest van aanspraak op
kinderopvangtoeslag over de periode van 2010 tot en met 2017. Per
toeslagjaar wordt ingegaan op de reden waarom de in eerste instantie
toegekende voorschotten KOT al dan niet zijn herzien en op grond hiervan
definitief zijn vastgesteld. Waar nodig is aangegeven waarom er in de
betreffende jaren geen sprake is van vooringenomen handelen dan wel
enig ander handelen van de belastingdienst op grond waarvan
belanghebbende is benadeeld. Daarmee wordt een uitgebreide toelichting
gegeven waarom belanghebbende op grond van de lichte toets niet in
aanmerking komt voor € 30.000. - De uitkomst van de lichte toets is geen voorschot op het eindoordeel. De
bestreden beschikking is het resultaat van de lichte toets van het dossier van
belanghebbende. Het eindoordeel zal gegeven worden op basis van de integrale
beoordeling. De uitkomst daarvan is op dit moment onbekend en staat op
zichzelf. - De Catshuisregeling is juist in het leven geroepen om ouders sneller recht te
kunnen doen indien zij in enig jaar zijn gedupeerd en op grond hiervan een
forfaitair bedrag te kunnen toekennen van € 30.000, los van de daadwerkelijke
vaststelling compensatie op grond van de integrale beoordeling, welke in het
algemeen meer tijd vergt. Het standpunt van gemachtigde dat met de lichte toets
geprobeerd is tijd te winnen, is daarom niet te volgen. - UHT betreurt dat belanghebbende (net) niet vóór 1 mei 2021 op de hoogte is
gesteld van het resultaat van de lichte toets. UHT probeert de aanmeldingen van
de grote groep aangemelde ouders zo snel mogelijk af te handelen. Dat dit in het
geval van belanghebbende niet is gebeurd, trekt UHT zich dan ook aan.
Vaststaande feiten
Vaststaat dat belanghebbende zich bij UHT heeft gemeld als mogelijk gedupeerde in de Toeslagen-affaire. Dit is bij brief van 14 april 2020 door UHT aan belanghebbende
bevestigd. Bij beschikking van 1 mei 2021 is door UHT aan belanghebbende meegedeeld dat UHT nu geen reden ziet om haar € 30.000 te betalen. UHT gaat nog goed naar de situatie van belanghebbende kijken. De herbeoordeling van belanghebbende is nog niet klaar.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:- 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
- 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
- 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
- Verzamelbesluit Toeslagen van 11 januari 2021, nr. 2020-179259 (Stcrt
2021,2142, hierna: Verzamelbesluit Toeslagen); - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021,
Staatscourant 19 maart 2021, 14691, gewijzigd bij besluit van 31 mei 2021,
Staatscourant 1 juni 2021, nr. 28304 (hierna: de Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
UHT heeft het bezwaarschrift ontvangen op 10 mei 2021. Het bezwaarschrift is tijdig
ingediend en tijdig ontvangen en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Vooruitlopend op de vaststelling van wetgeving is het Besluit forfaitair bedrag en
verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling) tot stand gekomen. Op grond van de Catshuisregeling komen ouders die bij UHT een verzoek hebben ingediend of nog gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de
herstelregelingen in aanmerking voor een forfaitair bedrag van € 30.000 als zij in enig
jaar voldoen aan de in de betreffende herstelregeling genoemde voorwaarden (artikel
2.1 Catshuisregeling).
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een lichte toets. Na de lichte toets volgt eventueel nog een integrale beoordeling op grond van de herstelregelingen.
Zoals uiteen is gezet in paragraaf 2.1 en 2.2 van de Catshuisregeling voorziet die
regeling in een forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld
voor ouders die een verzoek hebben ingediend of gaan indienen voor compensatie of
tegemoetkoming op grond van een van de volgende regelingen:
- de artikelen 49 (hardheidsregeling), 49b (compensatieregeling) en 49c (O/GS
tegemoetkomingsregeling) van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen (Awir); - de herzieningsmogelijkheid in het kader van herstel kinderopvangtoeslag,
bedoeld in de onderdelen 2.1 en 3.1 van het Verzamelbesluit Toeslagen; en - het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna
ook: de herstelregelingen).
Belanghebbende heeft in haar bezwaarschift niet aangegeven op welke herstelregeling
zij een beroep wenst te doen. Uit de door belanghebbende in het bezwaarschrift
vermelde gegevens kan de Bezwaarschriftenadviescommissie niet opmaken dat
belanghebbende op grond van een van die herstelregelingen in aanmerking zou kunnen komen voor een compensatie of tegemoetkoming op grond van zo’n regeling. Ook uit de door UHT aan de Commissie verstrekte schriftelijke reactie kan de Commissie dat niet opmaken. Dat brengt mee dat de Commissie geen aanwijzingen heeft dat de lichte toets onzorgvuldig is verricht. Daarom zal de Commissie UHT adviseren het bezwaarschift voor dat deel af te wijzen omdat het (kennelijk) ongegrond is.
Voor zover gemachtigde heeft aangevoerd dat sprake is van een beslissing waartegen
bezwaar open staat, heeft UHT in haar schriftelijk verweer aangegeven dat dit standpunt inmiddels ook door UHT is overgenomen. Het bezwaar is voor dat deel gegrond.
Vergoeding juridische bijstand deze procedure
Voor de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie gedeeltelijk gegrond is, recht op een
forfaitaire vergoeding op basis van 1 procespunt voor het hoogste tarief met een
wegingsfactor van 2.
Advies
Samenvattend adviseert de Commissie om het bezwaarschrift af te wijzen omdat er geen aanwijzingen zijn dat de lichte toets onzorgvuldig is verricht en om een vergoeding voor juridische bijstand voor de huidige procedure toe te kennen, nu sprake is van een voor bezwaar vatbare beschikking.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter