Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-3116

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 26 mei 2021 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 10 september 2021

Overdracht advies aan UHT: 27 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling. De UHT wordt geadviseerd om zo spoedig mogelijk het procesdossier aan belanghebbende te doen toekomen.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de beschikking “U krijgt 30.000 euro van ons” van 26 mei 2021 van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691, hierna:
Catshuisregeling) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000.

De Commissie, bestaande uit [commissie] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 21 juli 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

Belanghebbende kan zich niet verenigen met het in de beschikking vermelde compensatiebedrag. Gemachtigde stelt in bezwaar dat belanghebbende niet in bezit is
van alle bescheiden die ten grondslag liggen aan de bestreden beschikking. Volgens
gemachtigde is de bestreden beschikking niet deugdelijk gemotiveerd. Gemachtigde
verzoekt daarom om toezending van het procesdossier. Ook is volgens gemachtigde
onvoldoende rekening gehouden met de persoonlijke situatie van belanghebbende.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
    • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
      Compensatieregeling), gedateerd:
      o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
      o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
      o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie vat het (pro forma) bezwaar van belanghebbende als volgt op.
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door UHT is aangemerkt als
gedupeerde in de toeslagenaffaire en dat de Catshuisregeling correct is uitgevoerd.

Het uitkeren van het forfaitaire bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de
Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt. Voor de aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een verzoek in te dienen bij de Commissie Werkelijke Schade.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is dan ook ten aanzien van dit punt kennelijk
ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van
belanghebbende afgezien. De Commissie adviseert de UHT om het procesdossier spoedig aan belanghebbende te doen toekomen.

Advies

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie de UHT het volgende:

  • het procesdossier aan belanghebbende te doen toekomen; en
  • het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren
    en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter