Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-2906

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 12 oktober 2021 met kenmerk UHT-DC 1

Ontvangst bezwaarschrift: 19 november 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 12 juli 2022

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) d.d. 20 oktober 2021 is gericht tegen de beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag d.d. 12 oktober 2021 (UHT-DC 1) van de Belastingdienst/Toeslagen/ Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT); aan belanghebbende is medegedeeld dat het definitieve compensatiebedrag is vastgesteld op € 30.000.

Deze beschikking is gebaseerd op de Compensatieregeling CAF 11 van 28 augustus
2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904.

Procesverloop

Bij besluit van 26 mei 2021 (UHT-B DMB2 B) heeft UHT aan belanghebbende op grond
van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag een bedrag van € 30.000 toegekend. Daarbij is aangegeven dat nog onderzocht zal worden of er recht
bestaat op meer compensatie.

Bij besluit van 12 oktober 2021 is medegedeeld dat het definitieve compensatiebedrag is vastgesteld op € 30.000 en dat aan belanghebbende geen extra bedrag wordt uitbetaald. Als bijlage is de ‘Berekening definitieve beslissing compensatiebedrag kinderopvangtoeslag’ gevoegd.
Belanghebbende heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend d.d. 12 oktober
2021 dat is ingekomen op 19 november 2021. De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 8 juli 2022.

Gronden van bezwaar

Belanghebbende heeft aangegeven meer schade te hebben geleden dan € 30.000; zo
heeft zij haar opleiding niet kunnen afmaken en heeft zij emotionele schade opgelopen. Zij zou dit willen toelichten bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS) en/of bij de Rechtbank.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht;
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken, gedateerd 28
    augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904 (hierna Compensatieregeling);
  • Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
    Staatscourant 1 juni 2021, 28304 (hierna: Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is niet in geschil.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Aan belanghebbende is bij besluit van 26 mei 2021 het forfaitair bedrag van € 30.000,
toegekend. Dit bedrag is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze
regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een
gedeelte) te compenseren.

Vervolgens heeft UHT na een integrale beoordeling het bedrag van de definitieve
compensatie op grond van de Compensatieregeling gesteld op € 15.393. Dit is
belanghebbende medegedeeld bij besluit van 20 oktober 2021. Belanghebbende hoeft het verschil met het reeds toegekende bedrag van € 30.000 niet terug te betalen, nu € 30.000 het minimumbedrag is waarop zij aanspraak heeft.

Belanghebbende komt mogelijk nog in aanmerking voor een aanvullende compensatie
voor werkelijke schade.
Indien het totale bedrag aan compensatie of tegemoetkoming – inclusief het bedrag voor de werkelijke schade – wordt vastgesteld op een bedrag dat lager of gelijk is aan
€ 30.000 vindt er geen nadere uitbetaling plaats. In dat geval wordt ervan uitgegaan
dat belanghebbende met het forfaitaire bedrag van € 30.000 ook voor de werkelijke
schade is gecompenseerd.
Indien het totale bedrag aan compensatie of tegemoetkoming – inclusief het bedrag voor de werkelijke schade – wordt vastgesteld op een bedrag dat hoger is dan € 30.000, wordt uitsluitend het meerdere uitbetaald. Belanghebbende dient voor compensatie voor de werkelijke schade een verzoek in te dienen bij UHT. Dit verzoek zal vervolgens worden beoordeeld door de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Tegen het daaropvolgende besluit kan bezwaar worden gemaakt.

Hoewel het bezwaarschrift zich (blijkens de aanhef) zegt te richten tegen het besluit
waarbij aan belanghebbende een definitieve compensatie van € 30.000 is toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om compensatie voor de werkelijke schade.

De gronden die belanghebbende in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende van mening is dat zij het bedrag van
€ 30.000 ten onrechte heeft ontvangen of dat de Compensatieregeling niet goed is
uitgevoerd.
Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

De Commissie heeft het schrijven van belanghebbende verder, gelet op de inhoud van de brief, aangemerkt als een (herhaald) verzoek om aanvullende compensatie voor
werkelijke schade.

Samenvatting en advies

Samengevat adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van de compensatie van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en het verzoek om aanvulling voor werkelijke schade in behandeling te nemen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter