Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-2483

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 1 maart 2021 met kenmerk UHT-B DMB 2

Ontvangst bezwaarschrift: 19 juli 2021

Overdracht advies aan UHT: 18 februari 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om over te gaan tot de integrale beoordeling van de compensatie. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van [belanghebbende], ingediend door [gemachtigde] op 14 juli 2021, is gericht tegen de beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 1 maart 2021 van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000 . Deze beschikking is gebaseerd op de
Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie bestaande (voorzitter) en (leden), heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 17 februari 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.
In het bezwaarschrift geeft de gemachtigde aan dat het toegekende bedrag van € 30.000 niet de werkelijke schade van belanghebbende dekt.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
    • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
      Compensatieregeling), gedateerd:
      o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
      o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
      o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is op 14 juli 2021 ingediend en op 19 juli 2021 ontvangen door UHT. Het bezwaarschrift is niet tijdig ontvangen. Het bezwaarschrift voldoet overigens
wel aan de in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gestelde eisen voor
ontvankelijkheid. Zoals de Commissie al in een eerder advies (BAC 2020-059) heeft
overwogen, geeft het in het licht van het ongekend onrecht dat de groep ouders, waartoe belanghebbende behoort is aangedaan, geen pas om de bezwaren van gedupeerden van de CAF-11 en vergelijkbare CAF-zaken te passeren, op grond dat deze te laat zouden zijn ingediend. Bovendien verkeerde belanghebbende volgens haar gemachtigde in een financiële noodsituatie, voelde zij zich niet serieus genomen door de Belastingdienst, had zij het vertrouwen in de Belastingdienst verloren en wist zij niet dat zij kosteloos gebruik kon maken van een advocaat. Derhalve acht de Commissie belanghebbende niet verwijtbaar in verzuim en adviseert de UHT het bezwaar ontvankelijk te verklaren.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door UHT is aangemerkt als
gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het
oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van €30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij aan
belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is
toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. Derhalve heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en over te gaan tot de integrale beoordeling van de compensatie.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter