BAC 2021-2095
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 21 augustus 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 30 juni 2021
Overdracht advies aan UHT: 17 mei 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) is, blijkens de inhoud, gericht tegen de beschikking ‘U krijgt 30.000 euro van ons’ van 21 augustus 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304). Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 13 mei 2022.
Gronden van bezwaar
Belanghebbende vraagt om compensatie voor haar ex-echtgenoot voor de lening van € 7.500 die hij door de problemen met de kinderopvangtoeslag heeft moeten afsluiten.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
- Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren. Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan
compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, kan zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift is ingediend naar aanleiding van de uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling, bevat het geen inhoudelijke bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om compensatie voor de ex-echtgenoot. Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift echter ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend. De gronden die in het bezwaarschrift worden genoemd, geven de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd. Het bezwaarschrift is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende afgezien.
Voor compensatie van de lening die haar ex-achtgenoot heeft afgesloten, dient belanghebbende te wachten op de door de staatsecretaris Toeslagen en Douane te ontwikkelen ex-partnerregeling. Belanghebbende is daar eerder bij e-mailbericht van 4 november 2021 door de Commissie op gewezen. De Commissie betreurt het dat de betreffende regeling lang op zich laat wachten.
De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een spoedige integrale beoordeling.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter