Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-205

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 9 februari 2021 met kenmerk UHT-DC I

Ontvangst bezwaarschrift: 22 maart 2021

Hoorzitting: 13 oktober 2021

Overdracht advies aan UHT: 20 januari 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftencommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT onder meer om de grondslag voor compensatie (vooringenomenheid) te expliciteren, om de
compensatieberekening aan te passen en om in de beslissing op bezwaar duidelijk te maken aan belanghebbende dat de beslissing op bezwaar enkel betrekking heeft op de toekenning van de standaardvergoedingen volgens de Compensatieregeling wat betreft de jaren 2008- 2011, en niet al mede een beslissing is op zijn verzoek om vergoeding van werkelijke schade; en het persoonlijk dossier met spoed te verstrekken voor de verdere procedures.

    Onderwerp van advies

    Het bezwaarschrift van [belanghebbende], ingediend door de voormalig gemachtigde , is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking definitieve compensatie van 9 februari 2021. [Gemachtigde] heeft de behandeling van deze zaak in juni 2021 overgenomen.

    De compensatie is aan belanghebbende toegekend omdat fouten zijn gemaakt bij zijn
    kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de toeslagjaren 2008-2011. Daarom is opnieuw naar zijn situatie over de jaren 2008 tot en met 2011 gekeken. Met toepassing van het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan hem een bedrag van € 18.401 toegekend over de jaren 2008-2011.

    De compensatie bestaat uit verschillende elementen:

    • vergoeding van door de Belastingdienst in het kader van CAF 11 teruggevorderde kinderopvangtoeslag (onderdeel 3.1.1);
    • vergoeding van veronderstelde materiële schade volgens de vaste norm van 25% van dit bedrag (onderdeel 3.1.3);
    • vergoeding van invorderingskosten en voldane rente (onderdeel 3.1.4);
    • vergoeding van juridische bijstand (onderdeel 3.1.5);
    • vergoeding van veronderstelde immateriële schade tot een bedrag van € 500 per 6 maanden (onderdeel 3.1.2); en
    • een extra vergoeding van 1% (onderdeel 6).

    Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenningen van
    standaardvergoedingen en niet op aanvullende vergoeding van werkelijke schade.

    Procesverloop

    • Bij brief van 22 december 2020 heeft UHT belanghebbende een vooraankondiging
      compensatie kinderopvangtoeslag toegezonden. Daarbij is een bedrag toegekend van € 18.401.
    • Bij besluit van 9 februari 2021 heeft de UHT belanghebbende een compensatie toegekend van € 31.090. Eerder is aan hem een voorschot van € 13.000 betaald.
    • De voormalig gemachtigde heeft namens belanghebbende bezwaar ingediend welke op 22 maart 2021 is ontvangen.
    • Op 13 oktober 2021 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van belanghebbende, gemachtigde en een vertegenwoordiger van UHT. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt.
    • Bij e-mail van 20 oktober 2021 heeft UHT LIC-overzichten verstrekt en een nadere
      schriftelijke reactie ingediend. Bij e-mail van 10 november 2021 heeft gemachtigde
      gereageerd. Op 16 november 2021 heeft de vertegenwoordiger van UHT een nadere
      reactie gestuurd. Daarna heeft de Commissie het onderzoek gesloten.

    Gronden van bezwaar

    De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

    Dossier

    Gemachtigde stelt dat de belanghebbende nog niet het volledige dossier heeft ontvangen, waardoor de juistheid van de berekening van de compensatie niet
    gecontroleerd kan worden.

    Motivering

    Gemachtigde voert aan dat (de berekening van) het definitieve compensatiebedrag in het besluit van 9 februari 2021 niet inzichtelijk is gemotiveerd. Gemachtigde mist de
    grondslag voor compensatie.

    Vergoeding werkelijke schade

    Onduidelijk is hoe door belanghebbende in de voorfase aangevoerde informatie is
    gewogen. Er is geen rekening gehouden met werkelijk geleden schade.

    Verweer

    Dossier

    UHT erkent dat het persoonlijk dossier nog niet is verstrekt. Dit kan evenwel nog maanden duren. UHT kan er geen spoedverzoek van maken omdat er meerdere dossiers zijn met een vergelijkbare situatie.

    Motivering

    UHT zal de grondslag voor compensatie opnemen in de beslissing op bezwaar.

    In het bestreden besluit is vergoeding van rente over het bedrag van de gemiste
    kinderopvangtoeslag als gevolg van de neerwaartse correctiebeschikking, nog niet
    meegenomen. UHT zal dit meenemen in de beslissing op bezwaar. In de definitieve
    compensatiebeschikking is het bedrag over de immateriële schadevergoeding berekend over een periode van 134 maanden. Als begindatum hanteert UHT 9 november 2009 als zijnde de datum waarop de eerste (administratieve) correctie die verband houdt met het CAF 11-onderzoek plaatsvond, die heeft geleid tot het eerste neerwaartse correctiebesluit van 26 februari 2010. Als einddatum zal de datum van de beslissing op bezwaar worden gehanteerd, zodat het schadebedrag zal worden aangepast. Bij de berekening van de vergoeding voor juridische bijstand zal het hoogste tarief uit de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht van € 748 per punt worden gehanteerd. Omdat bovengenoemde correcties worden toegepast, zal ook de extra compensatie van 1% worden aangepast.

    UHT stelt zich op het standpunt dat zij met het verstrekken van de LIC-overzichten en
    haar nadere schriftelijke reactie de berekeningen in de compensatiebeschikking heeft
    verduidelijkt. De LIC-overzichten zijn opgebouwd op basis van de betalingen en
    verrekeningen die feitelijk zijn verricht en derhalve terug te vinden zijn in de beschikkingen die belanghebbende heeft ontvangen of de betalingen die belanghebbende heeft verricht.

    Voor de kinderopvangtoeslag over het jaar 2008 is op 6 en op 7 maart 2009 een
    herziening van het voorschot 2008 verstuurd. Het voorschotbedrag is verminderd naar
    aanleiding van het aantal afgenomen uren kinderopvang en een gewijzigd
    toetsingsinkomen. Het aldus verminderde voorschotbedrag is in de
    compensatieberekening opgenomen.

    In de beschikking van 9 december 2010 is het recht op kinderopvangtoeslag vastgesteld op € 7.665. Uit het LIC-overzicht volgt dat belanghebbende dit bedrag deels heeft ontvangen en dat het deels rechtstreeks is overgemaakt aan [kinderopvangorganisatie]. Het feit dat een deel van het bedrag rechtstreeks is overgemaakt aan de kinderopvangorganisatie staat los van het feit dat het recht op kinderopvangtoeslag voor het onderzoek vastgesteld is op € 7.665. Dit bedrag is leidend voor het vaststellen van het bedrag. Tevens zijn de betalingen die de belanghebbende rechtstreeks heeft verricht aan niet relevant voor het vaststellen van het beschikkingsbedrag.

    Vergoeding werkelijke schade

    UHT is gebonden aan de Compensatieregeling. Binnen het bestek van de
    compensatiebeschikking kan UHT alleen standaardvergoedingen toekennen. Een verzoek om aanvullende vergoeding van werkelijke schade kan worden voorgelegd aan de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS).

    Toepasselijke wet- en regelgeving

    • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
    • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
    • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
    • Besluit noodvoorziening toeslagen van 11 december 2020, Staatscourant 2020, 62981;
    • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
    • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691, hierna: Catshuisregeling

    Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

    Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het bezwaar is dus ontvankelijk.

    Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

    Dossier

    De Commissie begrijpt het belang van het volledige dossier voor belanghebbende. Het
    volledige dossier is niet alleen van belang voor het verloop van de bezwaarfase, maar
    ook voor eventuele procedures die door de belanghebbende gevoerd gaan worden. De
    Commissie is van mening dat zij met het verstrekken van de LIC-overzichten in beginsel beschikt over voldoende informatie om over het bezwaarschrift te kunnen adviseren. De Commissie adviseert om met spoed alsnog het volledige dossier te verstrekken voor de verdere procedures.

    De vooraankondiging compensatie kinderopvang maakt melding van betaling van een
    voorschot van € 13.000 dat als eerste betaling wordt genoemd in de compensatiebeschikking. Vooralsnog gaat de Commissie ervan uit dat dit daadwerkelijk een voorschot betreft en geen noodvoorziening als bedoeld in het Besluit noodvoorziening toeslagen. Mocht dit anders zijn, dan adviseert de Commissie UHT om met inachtneming van paragraaf 2.2 van het Besluit noodvoorziening toeslagen niet op de compensatie in mindering te brengen.

    Motivering

    Tijdens de hoorzitting heeft de gemachtigde van de UHT bevestigd dat de grondslag voor compensatie vooringenomenheid van de dienst betreft. De Commissie onderschrijft het belang van het expliciteren van de grondslag voor compensatie (vooringenomenheid).

    De Commissie is van mening dat UHT met de verstrekte LIC-overzichten, voorzien van
    nadere schriftelijke reacties, de berekeningen over 2008 tot en met 2011 vooralsnog
    voldoende inzichtelijk heeft gemaakt. Dit geldt ook voor de specifieke vraagpunten over 2008 en 2009.

    Over 2008 stelt UHT dat het voorschotbedrag is verminderd naar aanleiding van het
    aantal afgenomen uren kinderopvang en een gewijzigd toetsingsinkomen.
    Belanghebbende heeft niet aangegeven dat en waarom dit onjuist is. Mocht de
    raadpleging van het persoonlijk dossier te zijner tijd nog nieuwe gegevens opleveren,
    kan belanghebbende alsnog een herziening van de berekening aanvragen, waarna een
    nieuwe bezwaarprocedure kan worden gevolgd.

    Over 2009 kan de Commissie UHT volgen in haar standpunt dat het feit dat een deel van het bedrag aan kinderopvangtoeslag rechtstreeks is overgemaakt aan
    losstaat van het feit dat het recht op kinderopvangtoeslag voor het onderzoek
    vastgesteld is op € 7.665.

    Berekening posten onder c), h), i), k) en f)

    De Commissie kan zich vinden in de door UHT voorgenomen aanpassingen met
    betrekking tot toeslagrente onder c), de berekening van de vergoeding voor juridische
    hulp onder h) en immateriële schade i) en de bijstelling van de extra vergoeding van 1% onder k). Met betrekking tot de toeslagrente adviseert de Commissie om ook de post onder f) bij te stellen.

    Vergoeding werkelijke schade

    Het stelsel van compensatieregelingen voorziet in de mogelijkheid om naast
    standaardvergoedingen een verzoek in te dienen voor aanvullende vergoeding van
    werkelijke schade bij CWS. De Commissie adviseert om in de beslissing op bezwaar
    duidelijk te maken aan belanghebbende dat de beslissing op bezwaar enkel betrekking
    heeft op de toekenning van de standaardvergoedingen volgens de Compensatieregeling wat betreft de jaren 2008-2011, en niet al mede een beslissing is op zijn verzoek om vergoeding van werkelijke schade.

    Proceskostenvergoeding

    Gemachtigde heeft verzocht om een proceskostenvergoeding. De Commissie adviseert
    om in de beslissing op bezwaar een proceskostenvergoeding toe te kennen op basis van 2 procespunten (met een vergoeding van €748 per procespunt) met elk een
    wegingsfactor 2, zoals eerder is geadviseerd door de Commissie onder andere in BAC 2020-029.

    Conclusie

    Samengevat adviseert de Commissie:

    • om de grondslag voor compensatie (vooringenomenheid) te expliciteren;
    • om de verhouding van het eerder betaalde voorschot in relatie tot het Besluit
      noodvoorziening toeslagen te expliciteren en, mits dit verband er is, de
      compensatieberekening aan te passen met inachtneming van paragraaf 2.2 van het
      Besluit noodvoorziening toeslagen;
    • om de voorgenomen bijstellingen van de posten c), h), i) en k) door te voeren;
    • om ook de post onder f) bij te stellen;
    • om in de beslissing op bezwaar duidelijk te maken aan belanghebbende dat de
      beslissing op bezwaar enkel betrekking heeft op de toekenning van de
      standaardvergoedingen volgens de Compensatieregeling wat betreft de jaren 2008-
      2011, en niet al mede een beslissing is op zijn verzoek om vergoeding van werkelijke schade; en
    • in de beslissing op bezwaar een proceskostenvergoeding toe te kennen op basis van 2 procespunten (met een vergoeding van €748 per procespunt) met elk een
      wegingsfactor 2;
    • het persoonlijk dossier met spoed te verstrekken voor de verdere procedures.

    [handtekening]

    Secretaris

    [handtekening]

    De voorzitter