BAC 2021-195
Publicatiedatum 03-06-2024
Samenvatting
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie UHT om in de beslissing op bezwaar:
- de Awir-rente mee te nemen in de bedragen onder a) in de compensatieberekening;
- over toeslagjaar 2014 het bedrag onder a) op €13.948,- te stellen, te vermeerderen met de Awir-rente;
- de proceskosten te vergoeden voor de juridische bijstand in de bezwaarprocedure over toeslagjaar 2014, voor deze procespunten een wegingsfactor 2 toe te kennen en daarbij het hoogste tarief per procespunt te hanteren;
- nader te motiveren waarom de inkomenswijziging voor het toeslagjaar 2011 heeft geleid tot de neerwaartse correctie;
- voor toeslagjaar 2015 de bedragen onder a) en c) in de compensatieberekening nader te motiveren, dan wel aan te passen;
- per compensatiebeschikking een vergoeding voor immateriële schade toe te kennen vanaf 14 juli 2014 tot het moment van de beslissing op bezwaar;
- de rentevergoeding over de gemiste kinderopvangtoeslag alsnog aan belanghebbende toe te kennen, te berekenen tot de datum van de beslissing op bezwaar;
- de aanvullende vergoeding van 1% van het subtotaal van het compensatiebedrag aan te passen; en
- een proceskostenvergoeding voor de onderhavige bezwaarprocedure toe te kennen van vier procespunten met elk een wegingsfactor twee, tegen het hoogste tarief per procespunt.