Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-1819

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 17 april 2021, CAP/UCF/21/101 UHT

Ontvangst bezwaarschrift: 27 mei 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 4 augustus 2022

Samenvatting

De Commissie adviseert de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten en een (formeel) besluit op de aanvraag van de partner van belanghebbende te nemen.

    Onderwerp van advies

    Het bezwaarschrift van (hierna belanghebbende), ingediend door haar gemachtigde (hierna: gemachtigde), gedateerd 27 mei 2021, is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen besluit afwijzing lichte toets van 17 april 2021, met kenmerk CAP/UCF/21/101 UHT.

    De belanghebbende(n) komt niet in aanmerking voor toekenning van het standaardbedrag van € 30.000, gebaseerd op de Catshuisregeling.

    Procesverloop

    • Zowel belanghebbende als de partner van belanghebbende heeft zich aangemeld voor de Catshuisregeling.
    • Op 23 februari 2021 is de aanmelding voor de Catshuisregeling van belanghebbende bevestigd.
    • Op 17 april 2021 is met een brief gericht aan "meneer/mevrouw" na een lichte toets de compensatievergoeding van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling afgewezen.
    • Op 14 mei 2021 is de aanmelding voor de Catshuisregeling van de partner van belanghebbende bevestigd.
    • Op 27 mei 2021 is een pro forma bezwaarschrift namens belanghebbende ingediend, dat op 30 juli 2021 is dit aangevuld.
    • De UHT heeft op 30 september 2021 aangegeven het bezwaar op te vatten als zijnde gericht tegen zowel de afwijzing inzake (belanghebbende) als de afwijzing inzake (partner van belanghebbende).
    • Op 18 maart 2022 heeft gemachtigde namens belanghebbende laten weten dat belanghebbende geen gebruik wenst te maken van het recht te worden gehoord. Belanghebbende wacht de integrale beoordeling af.

    Gronden van bezwaar

    De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt:

    • er is wel degelijk recht op kinderopvangtoeslag toegekend over de periode van 2005 tot en met 2019;
    • onduidelijk is waarom belanghebbende over de toeslagjaren 2007 tot en met 2011 kinderopvangtoeslag heeft moeten terugbetalen;
    • de afwijzing van het verzoek voor compensatie op grond van de Catshuisregeling is niet juist.

    Verweer

    Het verweer is kort samengevat als volgt:

    • In beginsel is bij de beoordeling van het bezwaar uitgegaan van de gegevens van. Naar aanleiding van de gronden van bezwaar is geconstateerd dat ook als aanvrager moet worden beschouwd. Ook kon worden vastgesteld dat sprake is geweest van kinderopvangtoeslag over de jaren 2005 tot en met 2011. Dit in tegenstelling tot de eerdere vaststelling op basis van de gegevens van dat er geen sprake was van kinderopvangtoeslag.
    • Vanuit oogpunt van klantvriendelijkheid en proces-efficiëntie is ervoor gekozen om het onderhavige bezwaar op te vatten als een afwijzing van compensatie.
    • De UHT heeft formeel geen besluit genomen over de afwijzing van compensatie voor omdat reeds een afwijzende beschikking naar de toeslagpartner is gestuurd. Dit zou de voortgang van het proces ten goede komen nu het ook bij gaat om een afwijzing.
    • De terugbetaling ten aanzien van toeslagjaar 2007 vloeit voort uit een verschil
      tussen het voorschot op de kinderopvangtoeslag van € 6.816 en het definitieve
      bedrag € 5.569. Het is niet het gevolg geweest van vooringenomen handelen
      van de Belastingdienst/Toeslagen noch van enige vorm van benadeling. Het is het
      gevolg van door belanghebbende overgelegde wijzigingen in de opvanggegevens.
    • De terugbetalingen over 2008 tot en met 2011 vloeien voort uit door belanghebbende overgelegde wijzigingen in de opvanggegevens en uit een
      discrepantie tussen het uitbetaalde voorschot en de definitieve vaststelling
      kinderopvangtoeslag.

    Samenvatting en conclusie

    De terugvorderingen in de jaren 2007 tot en met 2011 zijn enkel het gevolg geweest
    van reguliere wijzigingen in de gegevens van de kinderopvang. Van vooringenomenheid of van benadeling in welke vorm dan ook door de Belastingdienst/Toeslagen is geen sprake.

    Het bezwaarschrift is ontvankelijk en het bezwaar is ongegrond.

    Toepasselijke wet- en regelgeving

    • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
    • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
    • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: de
      Compensatieregeling), gedateerd:
      o 6 december 2019 (Staatscourant 9 december 2019, nr. 66172); o 20 mei 2020 (Staatscourant 26 mei 2020, nr. 28700); o 28 augustus 2020 (Staatscourant 7 september 2020, nr. 45904);
    • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (hierna: Catshuisregeling):
      o Staatscourant 19 maart 2021, nr. 14691;
      o Staatscourant 1 juni 2021, nr. 28304;
    • Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag
      (Staatscourant 2021, nr. 10248);
    • Besluit proceskosten bestuursrecht;
    • Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de
      verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep van 8 december 2020, Staatsblad 2020, 524 (hierna: Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten).

    Ontvankelijkheid

    Niet in geschil is dat het bezwaar tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook
    overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

    Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

    Recht op kinderopvangtoeslag

    In deze procedure is met name van belang dat de belanghebbende de rechtmatigheid
    van de gevorderde terugbetalingen over 2007-2011 betwist en daarmee de juistheid van het besluit dat belanghebbende niet in aanmerking komt voor toekenning van het
    standaardbedrag van € 30.000, gebaseerd op de Catshuisregeling.

    De Commissie acht door de UHT voldoende onderbouwd en door belanghebbende ook niet gemotiveerd betwist dat de terugvorderingen over 2007 tot en met 2011 niet het gevolg geweest zijn van vooringenomen handelen van de Belastingdienst/Toeslagen noch het gevolg van enige vorm van benadeling, maar het gevolg van door belanghebbende overgelegde wijzigingen in de opvanggegevens.

    De Commissie kan zich derhalve vinden in de afwijzing op voornoemde gronden van de compensatie op grond van de Catshuisregeling na een lichte toets.

    Betrokkenheid toeslagpartner belanghebbende

    De Commissie begrijpt dat ook de partner van belanghebbende een verzoek om
    herbeoordeling heeft ingediend. Vanuit het oogpunt van klantvriendelijkheid en procesefficiëntie heeft UHT ervoor gekozen om in een besluit compensatie voor zowel
    belanghebbende als haar partner af te wijzen.

    De Commissie is evenwel van oordeel dat de partner recht heeft op een eigen, aan hem gerichte beslissing op zijn aanvraag. In die beslissing kan worden verwezen naar de redengeving ten aanzien van belanghebbende.

    De Commissie adviseert UHT daarom om niet alleen een beslissing op het bezwaarschrift van belanghebbende maar ook een besluit op de aanvraag van haar partner te nemen.

    Betrokkenheid partner bij afhandeling bezwaar

    In het algemeen adviseert de Commissie de UHT om zich bij bezwaarschriften waarvan
    niet duidelijk is of de (toeslag)partner hierbij ook is betrokken, zich ervan te vergewissen of hiervan sprake is, en de verdere behandeling van deze bezwaarschriften op de uitkomst van dit onderzoek af te stemmen.

    Conclusie en advies

    De Commissie acht het bezwaar ongegrond. Gelet op het vooraanstaande adviseert de Commissie de UHT:

    • met spoed de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten;
    • een (formeel) besluit op de aanvraag van de partner van belanghebbende te nemen.

    In het algemeen adviseert de Commissie de UHT om zich bij bezwaarschriften waarvan
    niet duidelijk is of de toeslagpartner hierbij ook is betrokken, hier onderzoek naar te
    doen en de verdere behandeling op de uitkomst van dit onderzoek af te stemmen.

    [handtekening]

    Secretaris

    [handtekening]

    Fungerend voorzitter