BAC 2021-1758
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 31 maart 2021 met kenmerk UHT-DC I A
Ontvangst bezwaarschrift: 16 april 2021
Overdracht advies aan UHT: 22 december 2021
Samenvatting
De Commissie adviseert het bezwaarschrift kennelijk ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door ingediende bezwaarschrift (hierna: belanghebbende), is gericht tegen de door de Belastingdienst/ Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (de UHT) genomen definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van 31 maart 2021 (UHT-DC-I A).
Procesverloop
Bezwaar
Belanghebbende heeft op 11 april 2021 bezwaar ingediend.
Verweer
De UHT heeft op 23 november 2021 een verweerschrift ingediend.
Geen hoorzitting
De Commissie ziet af van een hoorzitting op grond van artikel 7:3, sub c, Awb, aangezien het bezwaar kennelijk ongegrond is, zie ook overwegingen.
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.
Wel kindertoeslag ontvangen
De belanghebbende geeft aan dat zij voor de jaren 2010 tot en met 2014
kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, ontvangen en terugbetaald. De belanghebbende is er van overtuigd dat zij daarom recht heeft op compensatie.
Andere toeslagen
De belanghebbende stelt dat zij ook recht heeft op zorgtoeslag en kindgebonden budget vanaf 1 januari 2011 tot en met 1 september 2014.
Gehele dossier
De belanghebbende vraagt om haar dossier van al haar toeslagen.
Verweer
De UHT heeft verweer gevoerd en komt op grond van nader onderzoek tot de conclusie dat het bezwaar ongegrond is. De belanghebbende heeft nooit kinderopvangtoeslag aangevraagd of ontvangen. Er is dus geen sprake van stopzetting en/of neerwaartse correctie. Het compensatiebesluit is daarom in deze zaak niet van toepassing.
Er zijn in het dossier dus geen documenten gerelateerd aan de kinderopvangtoeslag.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: de
Compensatieregeling), gedateerd:
o 6 december 2019 (Staatscourant 9 december 2019, nr. 66172);
o 20 mei 2020 (Staatscourant 26 mei 2020, nr. 28700);
o 28 augustus 2020 (Staatscourant 7 september 2020, nr. 45904).
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook
overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Uit het verweerschrift blijkt dat nader onderzoek door de UHT heeft uitgewezen dat de
belanghebbende voor de jaren 2010 tot en met 2014 geen kinderopvangtoeslag
aangevraagd of ontvangen.
De belanghebbende heeft wel beschikkingen ontvangen waar wordt gesproken over
kindtoeslag 2014 (bijlage 1 bij het bezwaarschrift), maar dat betreft het kindgebonden
budget en niet de kinderopvangtoeslag. Hierdoor is klaarblijkelijk verwarring ontstaan bij de belanghebbende.
Nu er geen sprake is geweest van toekenning, laat staan terugvordering van kinderopvangtoeslag, is de Compensatieregeling niet van toepassing en acht de Commissie het bezwaar kennelijk ongegrond.
Dossier
Voor wat betreft het verzoek om haar dossier in te zien adviseert de Commissie, gelet op de ontstane verwarring over de verschillende toeslagen, de UHT hierover in overleg te treden met belanghebbende. De belanghebbende kan hier een belang bij hebben in
verband met (mogelijke) compensatie voor andere toeslagen.
Conclusie en advies
De commissie adviseert het bezwaarschrift kennelijk ongegrond te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter