BAC 2021-1723
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 26 mei 2021 met kenmerk UHT-B DMB2
Ontvangst bezwaarschrift: 8 juli 2021
Overdracht advies aan UHT: 3 mei 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het door (hierna: gemachtigde) namens (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de beschikking “U krijgt 30.000 euro van ons” van 26 mei 2021 van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 28 april 2022.
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.
Namens belanghebbende wordt aangevoerd dat het vastgestelde compensatiebedrag van € 30.000 euro te laag is en de werkelijk geleden schade van belanghebbende aanzienlijk hoger ligt. Zo was belanghebbende in de periode dat zij kinderopvangtoeslag ontving nog student en heeft zij door de wijze van stopzetting en terugvordering van de toeslagen studievertraging opgelopen. Belanghebbende heeft niet kunnen werken omdat zij op haar kind moest passen en is daardoor inkomen misgelopen. Gemachtigde wijst op de toezegging van de staatssecretaris dat alle publieke en private schulden door de Belastingdienst dienen te worden kwijtgescholden dan wel overgenomen. Ook verzoekt gemachtigde om compensatie voor het kind van belanghebbende.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:
o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.
De Commissie constateert dat de ouder door UHT is aangemerkt als gedupeerde in de
toeslagenaffaire en dat de Catshuisregeling correct is uitgevoerd.
Het uitkeren van het forfaitaire bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.
Voor de aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een
verzoek in te dienen bij de Commissie Werkelijke Schade.
Het bezwaarschrift van belanghebbende is dan ook ten aanzien van dit punt kennelijk
ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van
belanghebbende afgezien.
Daarnaast begrijpt de Commissie uit het door de belanghebbende gemaakte bezwaar dat zij behoefte heeft aan informatie omtrent de afwikkeling van eventuele publieke en private schulden die in het kader van de toeslagenaffaire zijn ontstaan. De Commissie wijst de UHT op het verzoek van de belanghebbende en adviseert de UHT
belanghebbende van deze informatie te voorzien.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te
zetten.
Ook adviseert de Commissie de UHT belanghebbende te voorzien van informatie omtrent de afwikkeling van eventuele publieke en private schulden die in het kader van de toeslagenaffaire gemaakt zijn en haar hierbij op weg te helpen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter