Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-1687

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 9 augustus 2021

Ontvangst bezwaarschrift: 16 september 2021

Overdracht advies aan UHT: 26-10-2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert
Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) om het bezwaar tegen de
compensatiebeschikking kennelijk ongegrond te verklaren. De Commissie geeft UHT in overweging om richting belanghebbende te benadrukken dat het bezwaarschrift als verzoek om aanvullende compensatie aan de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) is aangemerkt en als zodanig is doorgezonden en tevens aan te geven dat voor een herbeoordeling van toeslagjaar 2003 een nieuw verzoek ingediend kan worden.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende), ingediend door gemachtigde (hierna: gemachtigde) d.d. 16 september 2021, is gericht tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag d.d. 9 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC I van de UHT.

Aan belanghebbende is een compensatie toegekend omdat er bij de beoordeling van haar situatie over toeslagjaren 2005, 2007 en 2008 fouten zijn gemaakt. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 is aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 37.993.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 14 oktober 2022.

Procesverloop

Verzoek tot herbeoordeling kinderopvangtoeslag

Op 14 november 2019 heeft belanghebbende een verzoek gedaan voor een herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag over de jaren 2005, 2007 en 2008.

Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag

Bij besluit van 9 augustus 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat door UHT een
herbeoordeling heeft plaats gevonden. Het definitieve compensatiebedrag is vastgesteld op € 37.993.

Bezwaarschrift

Bij brief van 16 september 2021 heeft de gemachtigde namens belanghebbende een
(voorlopig) bezwaarschrift ingediend tegen dit besluit.

Aanvulling bezwaarschrift

Bij brief van 26 september 2022 heeft de gemachtigde namens belanghebbende het
bezwaarschrift aangevuld.

E-mail correspondentie

Bij e-mailbericht van 27 september 2022 is door de Commissie aan de gemachtigde
gevraagd of het bezwaarschrift zich uitsluitend richt tegen de vergoeding van de werkelijke schade welke niet is meegenomen in het compensatiebedrag.

Bij e-mailbericht van 4 oktober 2022 heeft gemachtigde bevestigend geantwoord. Daarbij geeft hij aan dat belanghebbende verzoekt om een heroverweging van het besluit en dat zij afziet van een hoorzitting.

Gronden van bezwaar

Belanghebbende meent – kort samengevat – dat het bedrag van de definitieve compensatie haar werkelijke schade niet/onvoldoende compenseert.

Belanghebbende verzoekt daarbij een herbeoordeling van toeslagjaar 2003.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat de bezwaarschriften tijdig zijn ingediend en dat deze voldoen aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

In het geval van compensatie op grond van de Compensatieregeling wordt aan gedupeerde ouders niet steeds het werkelijke nadeel vergoed dat zij hebben ondervonden. Wanneer aannemelijk is dat de werkelijke schade als gevolg van het handelen door de Belastingdienst/Toeslagen hoger is dan de deels forfaitaire compensatie uit hoofde van onderdeel 3 van de Compensatieregeling, dan kan de ouder op grond van onderdeel 4 in aanmerking komen voor een aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. De ouder dient daartoe een verzoek tot vergoeding van de werkelijke schade in te dienen, dat door UHT voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Dit CWS advies is vervolgens leidend bij het nemen van het besluit met betrekking tot de aanvullende compensatie.

Bovenstaand onderscheid is van belang omdat het bezwaarschrift van belanghebbende is gericht tegen een compensatiebeschikking die ziet op de toekenning van de (deels) forfaitaire compensatie op grond van onderdeel 3 van de Compensatieregeling. De door belanghebbende aangevoerde gronden van bezwaar hebben echter met name betrekking op door haar werkelijk geleden schade, die gezien het voorgaande, bij aanvullende compensatie van werkelijk geleden schade aan de orde kan komen.

Belanghebbende heeft met de indiening van dit bezwaarschrift kennelijk met name willen betogen voor meer compensatie in aanmerking te komen, terwijl daarmee tevens formeel bezwaar is gemaakt tegen de reeds toegekende compensatie. De Commissie kan dan ook niet anders concluderen dan dat er feitelijk sprake is van een verzoek om aanvullende schadevergoeding en zal UHT adviseren het bezwaarschrift aan CWS door te zenden. De Commissie ziet onvoldoende reden om te adviseren tot een heroverweging van de bestreden bersluitvorming voor de jaren 2005, 2007 en 2008, zoals door de gemachtigde in het aanvullend beroepschrift is verzocht.

Gemachtigde heeft in deze bezwaarprocedure aangevoerd dat belanghebbende mogelijk aanspraak heeft op compensatie voor het jaar 2003. De Commissie kan daarover pas een advies uitbrengen, als UHT na herbeoordeling van dit jaar een voor bezwaar vatbaar besluit heeft genomen. Indien deze herbeoordeling niet leidt tot een voor belanghebbende bevredigend besluit, dan kan zij, indien zij dat wenst, tegen die beschikking bij UHT een bezwaarschrift indienen, waarna de Commissie daarover een advies zal uitbrengen.

Daar de gronden van bezwaar geen reden geven om te oordelen dat de Compensatieregeling niet goed is uitgevoerd, acht de Commissie het bezwaarschrift van belanghebbende kennelijk ongegrond.

Belanghebbende heeft aangegeven van een hoorzitting af te zien. Met toepassing van artikel 7:3 Awb heeft de Commissie van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie
kinderopvangtoeslag kennelijk ongegrond te verklaren en het bezwaarschrift door te zenden aan CWS, zodat het als verzoek om aanvullende vergoeding werkelijke schade in behandeling kan worden genomen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter