BAC 2021-167

Publicatiedatum 31-05-2024

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden als volgt.

Het compensatiebedrag van € 30.000 is niet voldoende voor haar werkelijk geleden schade. In het bij het bezwaarschrift gevoegde verslag van 23 maart 2020 van het tussen belanghebbende en haar zaakbehandelaar gevoerde gesprek is de werkelijke
schade van belanghebbende gespecificeerd. Belanghebbende is deswege erg
teleurgesteld over de aanvulling van € 5.049.

Correspondentie

Naar aanleiding van hetgeen belanghebbende als onderwerp van bezwaar heeft aangegeven is bij brief van 11 mei 2022 namens de Commissie aan belanghebbende
gevraagd of de conclusie juist is dat haar bezwaar zich enkel richt tegen het feit dat de
toegekende compensatie niet ziet op de vergoeding van de door haar werkelijk geleden schade. In haar e-mailbericht van 12 mei 2022 antwoordt belanghebbende dat deze conclusie juist is.

Toepasselijke wet- en regelgeving

• Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
• Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
• Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
• Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
• Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat
het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de
Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen aan ouders, die in één of meerdere jaren in aanmerking komen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen, een forfaitair bedrag van € 30.000 uit te keren.

Indien al eerder het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming na integrale beoordeling op een lager bedrag is vastgesteld, wordt dit bedrag aangevuld tot het bedrag van € 30.000 nu dit het minimumbedrag is waarop de ouder aanspraak heeft. Na de aanvulling van het definitieve compensatiebedrag tot € 30.000 komt belanghebbende mogelijk nog in aanmerking voor een aanvullende compensatie voor werkelijke schade.

Belanghebbende dient voor compensatie voor de werkelijke schade een verzoek in te
dienen bij UHT. Tegen het daaropvolgende besluit kan bezwaar worden gemaakt.

Indien het totale bedrag aan compensatie of tegemoetkoming – inclusief het bedrag voor de werkelijke schade – wordt vastgesteld op een bedrag dat lager of gelijk is aan
€ 30.000 vindt er geen nadere uitbetaling plaats. In dat geval wordt ervan uitgegaan
dat de ouder met het forfaitair bedrag van € 30.000 ook voor de werkelijke schade is
gecompenseerd.

Indien het totale bedrag aan compensatie of tegemoetkoming – inclusief het bedrag voor de werkelijke schade – wordt vastgesteld op een bedrag dat hoger is dan € 30.000 wordt uitsluitend het meerdere uitbetaald.

Belanghebbende heeft bevestigd dat zij geen bezwaar heeft tegen toekenning van een
uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling, maar dat haar bezwaar
uitsluitend een verzoek om compensatie voor werkelijke schade bevat.

Belanghebbende heeft aangegeven met het indienen van dit bezwaarschrift alleen te
willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft
echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitair
bedrag van € 30.000 is toegekend. Dit bezwaarschrift wordt schriftelijk afgedaan.

De gronden die belanghebbende in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende van mening is dat zij het forfaitair bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd. Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende afgezien.

De Commissie heeft het schrijven van belanghebbende verder, gelet op de inhoud van de brief, aangemerkt als een (herhaald) verzoek om aanvullende compensatie voor
werkelijke schade. De Commissie adviseert UHT dit verzoek in behandeling te nemen.

Conclusie en advies

Samengevat adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000
kennelijk ongegrond te verklaren en het verzoek om aanvullende compensatie voor
werkelijke schade in behandeling te nemen.