BAC 2021-166
Publicatiedatum 31-05-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 24 februari 2021 met kenmerk UHT-B ABD
Ontvangst bezwaarschrift: 10 maart 2021
Overdracht advies aan UHT: 23 december 2021
Samenvatting
De Commissie adviseert de vermindering van de compensatie wegens verleende acute noodhulp ongedaan te maken.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van de (hierna: belanghebbende) d.d. 8 maart 2021 en ingekomen op 10 maart 2021, mede ingediend door de , is gericht tegen de beschikking van 24 februari 2021 met kenmerk UHT-B ABD van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: de Catshuisregeling).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een aanvullend compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 21.000.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 10 december 2021.
Gronden van bezwaar
Belanghebbende heeft zich gemeld voor de uitkering van het forfaitair bedrag van € 30.000 dat is gebaseerd op de Catshuisregeling. In het bestreden besluit wordt aan belanghebbende slechts een bedrag van € 21.000 toegekend omdat hem eerder wegens acute geldnood een bedrag van € 9.000 was uitgekeerd. Deze verrekening is niet in overeenstemming met de mededeling in de brief van de Belastingdienst van 5 januari 2021 dat belanghebbende de betaling van € 9.000 nooit hoeft terug te betalen. De verrekening stelt belanghebbende voor grote acute geldproblemen.
Feiten
Bij besluit van 5 januari 2021 met kenmerk UHT-AN is aan belanghebbende € 9. 000 voor acute geldnood toegekend.
Bij besluit van 24 februari 2021 met kenmerk UHT-B ABD is aangegeven dat belanghebbende recht heeft op € 30.000 en dat daarop het reeds toekende bedrag van € 9.000 in mindering wordt gebracht.
Belanghebbende heeft bij brief van 8 maart 2021 bezwaar gemaakt.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken, gedateerd:
28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit noodvoorziening toeslagen van 11 december 2020, Staatscourant 2020, 62981;
- Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691 (hierna: Catshuisregeling); - Besluit noodvoorziening toeslagen van 11 december 2020, Staatscourant 2020, 62981.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Bij de toekenning van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is door UHT een vermindering toegepast van het eerder door belanghebbende ontvangen bedrag van € 9.000. Dit betreft kennelijk het bedrag dat op 5 januari 2021 aan hem is toegekend als acute noodvoorziening. In het toekenningsbesluit staat vermeld “U krijgt nu 9.000,00. Het geld is op 18-12-2020 aan u overgemaakt. Dit hoeft u nooit terug te betalen. Dit bedrag is voor acute geldnood.”
Het Besluit noodvoorziening toeslagen van 11 december 2020, Staatscourant 2020, 62981, bepaalt in paragraaf 2.2 dat het bedrag van de noodvoorziening op een later moment niet in mindering zal worden gebracht op het toe te kennen bedrag aan compensatie of tegemoetkoming.
De Commissie is op grond hiervan van mening dat de vermindering van € 9.000 op het compensatiebedrag ten onrechte is toegepast. Nu het besluit van 24 februari 2021 kennelijk onjuist is, dient dit besluit herzien te worden in die zin dat de verrekening met de eerder toegekende € 9.000 ongedaan gemaakt wordt. Het bezwaar is daarom kennelijk gegrond. Gelet daarop heeft de Commissie op grond van artikel 8:54 van de Awb partijen niet uitgenodigd voor een hoorzitting.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie de vermindering van de compensatie wegens verleende acute noodhulp ongedaan te maken.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter