BAC 2021-1625
Publicatiedatum 31-05-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 18 mei 2021
Overdracht advies aan UHT: 26 oktober 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) om het bezwaar tegen de
compensatiebeschikking kennelijk ongegrond te verklaren. De Commissie geeft UHT in overweging om richting belanghebbende te benadrukken dat het bezwaarschrift als verzoek om aanvullende compensatie aan de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) is aangemerkt en als zodanig doorgezonden.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] namens [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift van d.d. 11 mei 2021, is gericht tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van d.d. 14 april 2021 met kenmerk UHT-DC I van UHT.
Aan belanghebbende is een compensatie toegekend omdat er bij de beoordeling van haar situatie over toeslagjaren 2010, 2011 en 2012 fouten zijn gemaakt. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 is aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.002.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 14 oktober 2022.
Procesverloop
- Op 12 maart 2020 heeft belanghebbende een verzoek gedaan voor een herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag over de jaren 2010, 2011 en 2012.
- Bij besluit van 14 april 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat door UHT een
herbeoordeling heeft plaats gevonden. Het definitieve compensatiebedrag is vastgesteld op € 30.002. - Bij brief van 11 mei 2021 heeft de gemachtigde namens belanghebbende een bezwaarschrift ingediend tegen dit besluit. Dit bezwaarschrift is op 18 mei 2021 door UHT ontvangen.
- Bij brief van 29 augustus 2022 heeft de gemachtigde namens belanghebbende het
bezwaarschrift aangevuld. Daarbij is kenbaar gemaakt dat belanghebbende beroep heeft aangetekend wegens het uitblijven van een beslissing op bezwaar. - Bij e-mailbericht van 19 september 2022 is door de Commissie aan de gemachtigde
gevraagd of het bezwaarschrift zich uitsluitend richt tegen de vergoeding van de werkelijke schade welke niet is meegenomen in het compensatiebedrag. - Bij e-mailbericht van 29 september 2022 heeft gemachtigde bevestigend geantwoord.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en dat deze voldoet aan de
daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
In het geval van compensatie op grond van de Compensatieregeling wordt aan gedupeerde ouders niet steeds het werkelijke nadeel vergoed dat zij hebben ondervonden. Wanneer aannemelijk is dat de werkelijke schade als gevolg van het handelen door de Belastingdienst/Toeslagen hoger is dan de deels forfaitaire compensatie uit hoofde van onderdeel 3 van de Compensatieregeling, dan kan de ouder op grond van onderdeel 4 in aanmerking komen voor een aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. De ouder dient daartoe een verzoek tot vergoeding van de werkelijke schade in te dienen, dat door UHT voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Dit CWS-advies is vervolgens leidend bij het nemen van het besluit met betrekking tot de aanvullende compensatie.
Bovenstaand onderscheid is van belang omdat het bezwaarschrift van belanghebbende is gericht tegen een compensatiebeschikking die ziet op de toekenning van de (deels) forfaitaire compensatie op grond van onderdeel 3 van de Compensatieregeling. De door belanghebbende opgevoerde gronden van bezwaar hebben echter uitsluitend betrekking op door haar werkelijk geleden schade, die gezien het voorgaande bij aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade aan de orde kunnen komen.
Belanghebbende heeft met de indiening van dit bezwaarschrift willen betogen voor meer compensatie in aanmerking te komen, terwijl daarmee tevens formeel bezwaar is gemaakt tegen de reeds toegekende compensatie. De Commissie kan dan ook niet anders concluderen dan dat er feitelijk sprake is van een verzoek om aanvullende schadevergoeding en zal UHT adviseren het bezwaarschrift aan CWS door te zenden.
Daar de gronden van bezwaar geen reden geven om te oordelen dat de Compensatieregeling niet goed is uitgevoerd, acht de Commissie het bezwaarschrift van belanghebbende kennelijk ongegrond.
Met toepassing van artikel 7:3 Awb heeft de Commissie van het horen van belanghebbende afgezien.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie
kinderopvangtoeslag kennelijk ongegrond te verklaren en het bezwaarschrift door te zenden aan CWS, zodat het als verzoek om aanvullende schade in behandeling kan worden genomen.
Samengevat adviseert de Commissie het bezwaarschrift kennelijk ongegrond te
verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter