Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-1539

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 3 juni 2021 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 15 juni 2021

Overdracht advies aan UHT: 25 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT
de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk af te ronden.
Voorts adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000
kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit
geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van [belanghebbende] is gericht tegen de beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 3 juni 2021 met kenmerk UHT-B DMB2 van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 21 juli 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

In het bezwaarschrift geeft belanghebbende aan dat het toegekende bedrag van € 30.000 niet haar werkelijke schade dekt. Belanghebbende geeft aan dat de stopzetting
van de kinderopvangtoeslag en de terugvorderingen daarvan een grote impact hebben
gehad op haar leven. Zij was niet meer in staat om te werken. Voorts werden de andere toeslagen zoals de huurtoeslag en zorgtoeslag stopgezet. De achterstanden werden schulden, die wel tot € 70.000 opliepen. Belanghebbende is hierdoor voor een periode van vier jaar in de schuldsanering terecht gekomen. Daarnaast heeft zij
gezondheidsschade opgelopen. Belanghebbende geeft aan dat zij 10 jaar lang een
stressvol leven heeft geleid, door toedoen van de Belastingdienst.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    • 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    • 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    • 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen, en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie is van oordeel dat belanghebbende met het indienen van dit bezwaarschrift heeft willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Echter heeft zij daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het minimum bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door de UHT is aangemerkt als
gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het
oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.

Het uitkeren van het bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het
Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om de UHT in staat te stellen gedupeerde ouders snel (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van dit bedrag zal de UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking, bevat het geen
bezwaren tegen toekenning van dat bedrag (€ 30.000), maar uitsluitend een verzoek
om meer compensatie. Derhalve heeft de Commissie op 13 januari 2022 het
bezwaarschrift van 16 juni 2021 doorgezonden naar de Commissie Werkelijke Schade
(hierna: CWS). De Commissie heeft geconstateerd dat aan belanghebbende kenbaar is
gemaakt dat nu er nog geen integrale beoordeling heeft plaatsgevonden en zij nog niet
over een definitieve compensatiebeschikking beschikt, de zaak momenteel niet in
behandeling kan worden genomen. De CWS is dus in afwachting van de integrale
beoordeling. Om die reden adviseert de Commissie de UHT dan ook deze zo spoedig
mogelijk af te ronden.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. Derhalve heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig
mogelijk af te ronden.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter