Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-1473

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 16 april 2021 met kenmerk UHT-DH5 A en 18 juni 2021 met kenmerk UHT-DC I

Ontvangst bezwaarschrift: 31 mei 2021 (bezwaarschrift 1) en 28 juli 2021
(bezwaarschrift 2)

Hoorzitting: 17 november 2022

Overdracht advies aan UHT: 19 december 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar in de onderhavige zaak ongegrond te verklaren. Ten aanzien van het toeslagjaar 2007 komt de Commissie tot de conclusie dat geen sprake is van institutioneel vooringenomen handelen, hardheid of een onterechte kwalificatie
opzet-grove schuld.

Onderwerp van advies

De door (hierna: gemachtigde) namens (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschriften zijn gericht tegen de door UHT genomen beschikkingen van 16 april 2021 met kenmerk UHT-DH5 en van 18 juni 2021 met kenmerk UHT-DC I.

Procesverloop

  • Op 19 december 2019 heeft belanghebbende een verzoek gedaan voor een
    herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag voor de jaren 2007 tot en met 2010.
  • Op 1 mei 2020 heeft gemachtigde namens belanghebbende verzocht om het
    persoonlijk dossier van belanghebbende.
  • Op 21 november 2020 is aan belanghebbende bij brief, met kenmerk UHT-750-1,
    medegedeeld dat zij eenmalig een tegemoetkoming van € 750 ontvangt, omdat
    zij lang heeft moeten wachten op de beoordeling van haar situatie.
  • De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft geoordeeld dat gedurende 2009 en
    2010 en in de periode vóór 4 december 2007, geen sprake is geweest van
    institutionele vooringenomenheid. Voor de toeslagjaren 2007 en 2008 is de
    compensatieregeling wel van toepassing. Dit oordeel is op 24 maart 2021 aan
    UHT toegezonden.
  • Bij beschikking van 16 april 2021, met kenmerk UHT-DH5 A, heeft UHT na
    herbeoordeling van de toeslagjaren 2009 en 2010 vastgesteld dat de situatie van
    belanghebbende niet wijzigt en zij geen recht heeft op compensatie.
  • Bij brief van 16 april 2021, met kenmerk UHT-VC-I, is belanghebbende op de
    hoogte gesteld over de hoogte van het voorlopige compensatiebedrag van €
    10.939.
  • Op 27 mei 2021 heeft gemachtigde namens belanghebbende (pro-forma) bezwaar
    gemaakt tegen de beschikking van 16 april 2021 met kenmerk UHT-DH5 A.
  • Bij beschikking van 18 juni 2021, met kenmerk UHT-DC I, is aan belanghebbende
    voor de toeslagjaren 2007 en 2008 compensatie toegekend van €10.973. In
    december 2020 besloot het kabinet om alle gedupeerde ouders minimaal € 30.000 te geven, hierdoor heeft belanghebbende de minimale vergoeding van € 30.000 ontvangen.
  • Op 23 juli 2021 heeft gemachtigde namens belanghebbende (pro-forma) bezwaar
    gemaakt tegen de beschikking van 18 juni 2021 met kenmerk, UHT-DC I.
  • Op respectievelijk 21 maart 2022 en 23 juni 2022 heeft gemachtigde de bezwaargronden aangevuld.
  • Op 18 augustus 2022 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 13 oktober 2022 had de Commissie een hoorzitting gepland, maar zowel
    gemachtigde als belanghebbende zijn ondanks behoorlijke oproeping en zonder
    bericht van verhindering daar niet verschenen.
  • Op 17 november 2022 heeft de Commissie - in aanwezigheid van de gemachtigde
    en UHT - een nieuwe hoorzitting gehouden. Een verslag van deze hoorzitting is als
    bijlage bij dit advies bijgevoegd.
  • Tijdens de hoorzitting is gehoord door de Voorzitter en een lid van de Commissie.
    Het tweede lid heeft het dossier bestudeerd en heeft deelgenomen aan de
    beraadslaging in de raadkamer.
  • Ter zitting heeft gemachtigde namens belanghebbende een verklaring van
    belanghebbende (e-mail van 9 november 2022) ingebracht.
  • De termijn voor de beslissing op bezwaar is, met instemming van de gemachtigde
    van belanghebbende, verlengd tot 15 januari 2022.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook
overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Motiveringsgebrek hersteld

Gemachtigde is van mening dat het bestreden besluit niet voldoende is gemotiveerd. Nu UHT naast de compensatiebeschikking betaal- en verrekenoverzichten als producties bij de schriftelijke reactie heeft ingediend, is hiermee voldoende duidelijk gemaakt hoe in de onderhavige toeslagjaren de betalingen en verrekeningen hebben plaatsgevonden en hoe het compensatiebedrag voor deze toeslagjaren tot stand is gekomen.

Volgens de Commissie is door UHT de nodige kennis verzameld over de relevante feiten en af te wegen belangen. UHT heeft de systematiek en de berekeningen van het
compensatiebedrag met de schriftelijke reactie voldoende inzichtelijk gemaakt. De
Commissie acht derhalve door UHT voldoende onderbouwd en door belanghebbende ook niet gemotiveerd betwist dat geen sprake is geweest schending het motiveringsbeginsel. De Commissie ziet dan ook geen aanknopingspunten om gemachtigde in zijn stelling te volgen.

Toeslagjaren 2007 en 2008

Gemachtigde stelt dat ten onrechte geen kinderopvangtoeslag is toegekend voor het
toeslagjaar 2007. Belanghebbende heeft namelijk over 2007 kinderopvang genoten,
maar dit met terugwerkende kracht aangevraagd. De Commissie is evenwel met UHT van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat belanghebbende al vóór 4
december 2007 gebruik heeft gemaakt van geregistreerde kinderopvang.
Belanghebbende betwist dat maar voert daarvoor geen feiten aan.

Toeslagjaren 2009 en 2010

Gemachtigde heeft de bezwaren ten aanzien van de toeslagjaren 2009 en 2010
ingetrokken.

Compensatie gezinsleden

De Commissie kan zich voorstellen dat de gezinsleden van belanghebbende eveneens
hard zijn getroffen door hetgeen de terugvorderingen teweeg hebben gebracht. Op 1
november 2022 heeft de Eerste Kamer de Wet Hersteloperatie Toeslagen aangenomen, waarvan de Kindregeling een onderdeel is. De wet is op 4 november 2022 gepubliceerd in het Staatsblad, en op 5 november 2022 in werking getreden. De Commissie adviseert UHT om belanghebbende te informeren over deze Kind regeling.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter