BAC 2021-0984
Publicatiedatum 11-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 23 juni 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 6 juli 2021
Overdracht advies aan UHT: 18 februari 2022
Samenvatting
De bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van de (hierna: belanghebbende), ingediend door zijn gemachtigde (hierna: gemachtigde), is gericht tegen de beschikking UHT-B DMB2 van 23 juni 2021 van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking is aangegeven dat belanghebbende in aanmerking komt
voor betaling van € 30.000.
Belanghebbende heeft op 20 oktober 2021 aanvullende stukken gestuurd.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaar behandeld in haar vergadering van 4 februari 2022.
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.
Belanghebbende heeft € 22.000 aan kinderopvangtoeslag ten onrechte moeten terugbetalen en heeft aan het traject een hartaanval en stress overgehouden. Belanghebbende wenst dat het ten onrechte terugbetaalde bedrag wordt uitbetaald als schadevergoeding.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:
o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat
het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet hij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij aan
belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is
toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat hij voor meer compensatie in aanmerking komt. Hij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.
De Commissie constateert dat de ouder door UHT is aangemerkt als gedupeerde in de
toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het oordeel dat de
Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.
Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.
Samenvatting en advies
Samengevat adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in
gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter