BAC 2021-0602
Publicatiedatum 11-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 7 april 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 18 mei 2021
Overdracht advies aan UHT: 7 december 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift in de onderhavige zaak niet-ontvankelijk te verklaren omdat dit geen bezwaargronden bevat.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking van 7 april 2021, met kenmerk UHT.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 24 november 2022.
Allereerst dient te worden vastgesteld of het bezwaarschrift voldoet aan de eisen voor
ontvankelijkheid.
Om een bezwaarschrift verder in behandeling te kunnen nemen is (wettelijk) vereist dat het een concrete bezwaargrond bevat. Een belanghebbende kan niet volstaan met de mededeling dat hij het niet eens is met een bepaald besluit, maar dient tevens te
vermelden op welke punten en waarom hij het daarmee niet eens is. Wel dient de
indiener van het bezwaarschrift nog in de gelegenheid te worden gesteld (nadere)
gronden aan te voeren.
Volgens vaste rechtspraak worden in het algemeen geen hoge eisen gesteld aan de
motivering van een bezwaarschrift, zodat ook bij een summiere motivering zal kunnen
worden aangenomen dat daarmee is voldaan aan het vereiste van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d van de Awb.
De Commissie constateert dat ruimschoots de gelegenheid is geboden het bezwaarschrift met inhoudelijke gronden aan te vullen. Belanghebbende heeft in het (pro forma) bezwaarschrift van 12 mei 2021 opgenomen het oneens te zijn met het bestreden besluit. Op 2 juli 2021 heeft de Commissie bij brief aan belanghebbende een
ontvangstbevestiging gestuurd. Bij brief van 14 juli 2021 heeft de Commissie een termijn van vier weken gegeven om de bezwaargronden aan te vullen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Op 29 september 2021 heeft de Commissie belanghebbende een herinneringsbericht gestuurd dat de termijn voor het aanvoeren van gronden is overschreden en verzocht om de aanvullende gronden uiterlijk op 25 oktober 2021 in te dienen. Belanghebbende heeft ook van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Op 5 november 2021 heeft de Commissie nogmaals belanghebbende de gelegenheid
gegeven om uiterlijk voor 3 december 2021 gronden aan te vullen. Belanghebbende
heeft ook van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
In alle brieven is belanghebbende erop gewezen dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard, indien de gronden niet tijdig worden aangevoerd.
De Commissie constateert dat belanghebbende niet kenbaar heeft gemaakt op welke
punten hij zich niet kan verenigen met het bestreden besluit. Derhalve komt de
Commissie tot de conclusie dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de eisen voor
ontvankelijkheid en zal zij UHT dan ook adviseren dit niet-ontvankelijk te verklaren.
Met toepassing van artikel 7:3 Awb heeft de Commissie van het horen van
belanghebbende afgezien.
Advies
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie UHT het bezwaarschrift wegens het
ontbreken van de bezwaargronden niet-ontvankelijk te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter