BAC 2021-0569
Publicatiedatum 05-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 11 maart 2021 met kenmerk UHT-B DMB2
Ontvangst bezwaarschrift: 9 april 2021
Overdracht advies aan UHT: 28 december 2021
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van de (hierna: belanghebbende) is gericht tegen de beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 11 maart 2021 (UHT-B DMB2 van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen
(hierna: UHT).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van €30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.
De Commissie bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 23 december 2021.
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.
BKR
De Belanghebbende heeft door de fouten van de Belastingdienst schulden moeten
maken; zij is ook aangemeld bij de BKR.
Deurwaarders
De belanghebbende heeft vele deurwaarders aan de deur gehad en het risico gelopen
huis en andere bezittingen kwijt te raken.
Stress
De belanghebbende heeft veel stress en spanningen ervaren in het gezin door de
schulden.
€ 750
De belanghebbende wil graag het wachtgeld van € 750 ontvangen.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:
o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen, en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.
Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT. Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij aan
belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.
De Commissie constateert dat de ouder door UHT is aangemerkt als gedupeerde in de
toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het oordeel dat de
Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.
Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.
€ 750
De Commissie kan het verzoek van belanghebbende om € 750 te ontvangen pas in
behandeling nemen nadat de UHT hierover een beslissing heeft genomen.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te
zetten.
De Commissie adviseert de UHT om na te gaan of de belanghebbende recht heeft op de tegemoetkoming van € 750 euro.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter