Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-03354

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar deels gegrond te verklaren. Met betrekking tot het standpunt van gemachtigde, die van mening is dat het dossier van belanghebbende onvolledig is, is de Commissie van oordeel dat alle voor deze bezwaarprocedure relevante stukken aan belanghebbende zijn toegestuurd. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat door middel van het indienen van het schriftelijke verweer, een uitgebreide uitleg met behulp van de LIC-overzichten en overige producties het bestreden besluit voldoende is gemotiveerd. Bovendien adviseert de Commissie om de einddatum van de immateriële schadevergoeding en de rente over de gemiste KOT aan te passen naar 1 februari 2022, zoals UHT in haar schriftelijke reactie had aangegeven. De Commissie adviseert UHT om, in overeenstemming met haar schriftelijke reactie, de compensatieberekening te wijzigen en het bezwaar op dit onderdeel gegrond te verklaren. Volgens belanghebbende is het recht op KOT in 2014 onderzocht wegens een ‘HOTHOR’-indicatie. Vanwege deze indicatie vermoedt hij dat sprake is geweest van discriminatie. Naar het oordeel van de Commissie is het onvoldoende aannemelijk geworden dat ten aanzien van belanghebbende sprake is geweest van andere dan reguliere controles. De Commissie adviseert het bezwaar op dit onderdeel ongegrond te verklaren.

Advies