Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-03176

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 8 en 28 oktober 2021 met kenmerk UHT- DCIA

Ontvangst bezwaarschrift: 11 november 2021

Hoorzitting: 1 februari 2023

Overdracht advies aan UHT: 21 april 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen twee door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) afgegeven beschikkingen:

  • de Definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van
    8 oktober 2021 met kenmerk UHT-DC-I A, waarin is beslist dat belanghebbende
    voor de toeslagjaren 2008 tot en met 2011 niet in aanmerking komt voor
    compensatie;
  • de Definitieve beschikking tegemoetkoming opzet/grove schuld (O/GS) van
    28 oktober 2021 met kenmerk UHT-O OGS B, waarin is beslist dat
    belanghebbende aanspraak kan maken op een O/GS-tegemoetkoming voor de
    toeslagjaren 2008, 2009 en 2011.

Deze beschikkingen zijn genomen met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11
van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling).

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november houdende regels ten behoeve van de
hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking
getreden (Stb. 2022, 433). De bestreden beschikkingen van 8 en 28 oktober 2021
moeten daarom worden geacht te zijn genomen op grond van artikel 2.1. en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 27 januari 2021 verzocht om een herbeoordeling van de
    kinderopvangtoeslag over de jaren 2007 tot en met 2011.
  • Op 26 mei 2021 heeft belanghebbende het eenmalig compensatiebedrag van
    € 30.000 ontvangen.
  • De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft in haar advies aan UHT van 20 juli
    2021 geoordeeld dat UHT zich terecht op het standpunt stelt dat belanghebbende
    over de toeslagjaren 2008 tot en met 2011 niet in aanmerking komt voor
    compensatie op grond van institutionele vooringenomenheid of van hardheid.
  • Bij beschikking van 8 oktober 2021 is belanghebbende voor het toeslagjaar 2007
    een definitieve compensatie van € 6.220 toegekend. Omdat dit bedrag lager is
    dan de € 30.000 die al aan belanghebbende is toegekend, ontvangt zij geen
    verdere compensatie.
  • Bij beschikking van 8 oktober 2021 ontvangt belanghebbende de definitieve
    beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag voor de jaren 2008 tot en
    met 2011.
  • Bij beschikking van 28 oktober 2021 ontvangt belanghebbende de definitieve
    beschikking tegemoetkoming O/GS voor de jaren 2008, 2009 en 2011. Hierin is
    belanghebbende een bedrag toegekend van € 6.773. Omdat ook met dit bedrag
    het al ontvangen bedrag van € 30.000 niet wordt overschreden, wordt het niet
    aan belanghebbende uitbetaald.
  • Bij brief van 8 november 2021, ontvangen op 11 november 2021, heeft
    belanghebbende bezwaar ingediend tegen de twee laatst genoemde
    beschikkingen. Op 28 juni 2022 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
  • Op 21 november 2022 heeft gemachtigde van belanghebbende zich gemeld.
  • Op 1 februari 2023 heeft ten behoeve van het bezwaarschrift van belanghebbende
    een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt. Dit
    verslag is achter het advies gevoegd.

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Beoordeling bezwaar

Afwijzing compensatie toeslagjaren 2008 tot en met 2011

De Commissie ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede
gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om
compensatie voor de toeslagjaren 2008 tot en met 2011 af te wijzen. De Commissie
overweegt hierover het volgende.

De Commissie volgt UHT in het standpunt dat er over de toeslagjaren 2008 tot en met
2011 sprake is van evident geen recht op kinderopvangtoeslag omdat er in deze jaren
geen sprake is geweest van kinderopvang. Daarom bestaat er geen recht op
compensatie, ondanks dat de Belastingdienst/Toeslagen in deze toeslagjaren
institutioneel vooringenomen heeft gehandeld, zoals de Commissie van Wijzen (CvW) in haar advies van 20 juli 2021 ook heeft benoemd. Belanghebbende is wel een O/GS
tegemoetkoming voor de toeslagjaren 2008, 2009 en 2011 toegekend.

Het institutioneel vooringenomen handelen van de Belastingdienst/Toeslagen over de
toeslagjaren 2008 tot en met 2011 kan zoals hierboven is uitgelegd, niet tot compensatie leiden.

De Commissie wenst in dit verband nog wel punt 3.4 van het advies van de CvW bij UHT onder de aandacht te brengen. Hierin stelt de CvW vast dat de
Belastingdienst/Toeslagen, ondanks herhaalde herinneringen door belanghebbende aan de stopzetting, nog lang is doorgegaan met het vaststellen en betalen van voorschotten. Gelet hierop vindt de CvW dat belanghebbende tegemoet dient te worden gekomen in de rente die zij over de terugbetaling van deze voorschotten moest voldoen. De Commissie begrijpt de overwegingen van de CvW, maar acht de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) de juiste instantie om een oordeel te geven over de toekenning van vergoedingen die buiten de standaardvergoedingen vallen waarover deze Commissie adviseert. De Commissie adviseert UHT belanghebbende in de beschikking op bezwaar nadrukkelijk te wijzen op de overwegingen van de CvW en, indien belanghebbende daartoe nog niet is overgegaan, alsnog te wijzen op de mogelijkheid om een verzoek aanvullende schadevergoeding in te dienen bij de CWS.

De Commissie adviseert UHT gelet op het voorgaande het bezwaarschrift op dit punt
ongegrond te verklaren.

Afwijzing O/GS-toekenning voor 2010

De Commissie stelt vast dat belanghebbende over de toeslagjaren 2008, 2009 en 2011
een tegemoetkoming heeft ontvangen vanwege een onterechte kwalificatie opzet/grove schuld (O/GS-tegemoetkoming), in verband met het onterecht weigeren van een betalingsregeling. Met betrekking tot het toeslagjaar 2010 stelt UHT zich op het standpunt dat een O/GS-tegemoetkoming niet aan de orde is, omdat in dit jaar geen sprake is van een O/GS-kwalificatie in het kader van een kinderopvangtoeslagschuld, maar van een huurtoeslagschuld. De Commissie merkt, ten overvloede, op dat met de inwerkingtreding van de Wht in artikel 2.17. een grondslag in het leven is geroepen om ambtshalve ook een O/GS tegemoetkoming toe te kennen in het kader van een onterechte kwalificatie met betrekking tot de huurtoeslag. De Commissie geeft UHT, los van deze bezwaarprocedure, in overweging om te bezien of er in het geval van belanghebbende aanleiding is om artikel 2.17. Wht toe te passen, en belanghebbende daarover in de beslissing op bezwaar te informeren.

Onduidelijkheid door vele verrekeningen

Belanghebbende deelt in het bezwaarschrift mee grote moeite te hebben met alle
verrekeningen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot haar schuld aan de
Belastingdienst. Zij ziet als het ware door de bomen het bos niet meer en verbaast zich
daarnaast over de enorme boetes en hoge kosten die werden berekend wanneer
bijvoorbeeld nog een gering bedrag bleek open te staan.

De Commissie stelt vast dat belanghebbende met het procesdossier ook de betaal- en
verrekenoverzichten van het Landelijk Incasso Centrum (LIC) heeft ontvangen. Op deze
overzichten wordt tot in detail aangegeven welke betalingen en verrekeningen hebben
plaatsgevonden, en welke kosten in rekening zijn gebracht. De Commissie acht de
verrekeningen en de betaalde kosten hiermee in deze zaak voldoende toegelicht.

Aanvullende kosten/schade

Belanghebbende heeft in het bezwaarschrift en ter zitting voorts aangegeven veel meer schade te hebben geleden dan waarvoor zij gecompenseerd is: haar gezin is uit elkaar gevallen, de kinderen hebben psychische problemen, het gezin heeft zich bedreigd gevoeld en zij konden niets meer op eigen naam zetten. De Commissie adviseert UHT om het advies van de CvW op dit punt alsnog op te volgen en aan belanghebbende de rente, die zij als gevolg van de terugbetalingen over de toeslagjaren 2008 tot en met 2011 moest voldoen, te vergoeden, in het kader van de procedure bij de Commissie Werkelijke schade (CWS).

Persoonlijk dossier

Belanghebbende voert ten slotte aan dat haar vertrouwen in de Belastingdienst geschaad is omdat zij haar dossier nog niet heeft kunnen inzien. Zij stelt dat UHT veel te laat is met het verstrekken van het dossier.

De Commissie betreurt het dat belanghebbende haar persoonlijk dossier nog niet heeft ontvangen en ook dat het lang geduurd heeft voordat er een bezwaardossier lag. Wel stelt zij vast dat het bezwaardossier, dat nodig is om bezwaarschriften tegen
compensatiebeschikkingen te beoordelen, op 17 januari 2022 naar belanghebbende is
gestuurd. Deze bezwaargrond treft hierdoor geen doel meer.

Proceskostenvergoeding

Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar bevinding van de Commissie ongegrond is, geen recht op vergoeding.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie UHT om:

  • het bezwaar van belanghebbende ongegrond te verklaren.

Daarnaast adviseert de Commissie UHT om belanghebbende in de beschikking op
bezwaar nadrukkelijk te wijzen op de overwegingen in punt 3.4 van de CvW en, indien
belanghebbende daartoe nog niet is overgegaan, op de mogelijkheid om een verzoek
aanvullende schadevergoeding in te dienen bij de CWS.
De Commissie adviseert UHT tevens, los van deze bezwaarprocedure, te bezien of er in
het geval van belanghebbende aanleiding is om voor het toeslagjaar 2010 artikel 2.17.
Wht toe te passen en belanghebbende daarover in de beschikking op bezwaar te
informeren.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter