Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-02948

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primair besluit: 12 oktober 2021 met kenmerk UHT-DC I

Ontvangst bezwaarschrift: 24 november 2021

Hoorzitting: 4 juni 2024

Overdracht advies aan UHT: 14 juni 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren. Voorts adviseert de
Commissie het verzoek voor een vergoeding van de proceskosten toe te wijzen.

Onderwerp van advies

Door gemachtigde is namens belanghebbende op 24 november 2021 een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van 12 oktober 2021 met kenmerk UHT-DC l (hierna: de bestreden beschikking).


Aan belanghebbende is compensatie op grond van de Wht toegekend omdat er bij de
beoordeling van de situatie van belanghebbende voor de toeslagjaren 2013 en 2014
fouten zijn gemaakt.


Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Op 30 juni 2020 heeft belanghebbende telefonisch verzocht om herbeoordeling van
    KOT voor de toeslagjaren 2013 en 2014.
  • Bij beschikking van 5 februari 2021 heeft UHT naar aanleiding van de lichte toets
    besloten dat belanghebbende recht heeft op een voorschot van het forfaitair bedrag
    van € 30.000 en kenbaar gemaakt dat de situatie van belanghebbende nog niet
    helemaal is beoordeeld.
  • Per brief van 12 juli 2021 heeft UHT aan belanghebbende laten weten dat het
    voorlopige compensatiebedrag is vastgesteld op € 24.105.
  • Bij beschikking van 12 oktober 2021 heeft UHT besloten dat belanghebbende recht
    heeft op een definitief compensatiebedrag van € 30.000 (het definitieve compensatiebedrag van € 24.218 als aangevuld tot € 30.000 overeenkomstig de
    Catshuisregeling).
  • Op 22 november 2021 heeft gemachtigde een bezwaarschrift tegen deze beschikking ingediend. Deze is op 24 november 2021 door UHT ontvangen.
  • Op 10 oktober 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 10 februari 2024 heeft gemachtigde aanvullende gronden ingediend.
  • Op 13 februari 2024 heeft UHT een aanvullende schriftelijke reactie ingediend.
  • Op 4 juni 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
  • De Commissie heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

De ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is niet in geschil.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Motiveringsbeginsel
Belanghebbende stelt dat bij de voorbereiding en totstandkoming van de bestreden
beslissing niet de vereiste zorgvuldigheid in acht is genomen. Daarnaast is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd, aldus belanghebbende.


De Commissie kan UHT volgen in het ingenomen standpunt, zoals is verwoord in de
schriftelijke reactie, ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid
van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Weliswaar heeft UHT de berekeningen bij het uitbrengen van de bestreden beslissing niet voldoende toegelicht, maar de Commissie is van mening dat met het indienen van het schriftelijke verweer, een uitgebreide uitleg met behulp van LIC-overzichten en overige producties het bestreden besluit alsnog voldoende is onderbouwd. De Commissie stelt zich dan ook op het standpunt dat het bezwaar van belanghebbende tegen de bestreden beschikkingen op dit punt ongegrond is.


Rentevergoeding gemiste KOT
De Commissie volgt het standpunt van UHT, zoals is uiteengezet in de schriftelijke
reactie, dat de eerdere berekening met betrekking tot de rentevergoeding over gemiste KOT (component m) dient te worden aangepast. De Commissie adviseert UHT dit onderdeel van het bezwaar gegrond te verklaren en de compensatie opnieuw te
berekenen in lijn met haar schriftelijke reactie.


Immateriële vergoeding
Gelet op het voorgaande dient ook de immateriële schadevergoeding (component l)
berekend te worden tot de datum van het besluit op bezwaar.


Aanvullende vergoeding
De Commissie merkt op dat bovenstaande aanpassing tot gevolg heeft dat ook de
aanvullende vergoeding van 1% (component n) dient te worden herberekend.


Toeslagjaar 2015:
Belanghebbende stelt dat hij recht heeft op compensatie voor toeslagjaar 2015. Hij kan zich niet herinneren dat hij de KOT heeft stopgezet per 1 oktober 2014. Hij stelt dat de KOT ten onrechte is stopgezet en in toeslagjaar 2015 gecontinueerd moest worden.

UHT heeft in haar schriftelijke reactie uiteengezet dat er geen KOT-aanvraag is
aangetroffen voor toeslagjaar 2015. Belanghebbende heeft op 8 september 2014
telefonisch de KOT stopgezet per 1 oktober 2014. UHT heeft ter zitting aangevuld dat dit blijkt uit de vastgelegde gegevens in het systeem. Belanghebbende heeft geen nieuwe KOT-aanvraag gedaan. UHT geeft aan dat een herbeoordeling van toeslagjaar 2015, gelet op het voorgaande, niet mogelijk is.


De Commissie onderschrijft het standpunt van UHT. De Commissie neemt hierbij in
aanmerking dat uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter zitting de stelling
van belanghebbende op dit punt onvoldoende aannemelijk is geworden. Voor zover er in toeslagjaar 2015 sprake was van geregistreerde opvang overweegt de Commissie dat het op de weg belanghebbende lag om destijds (opnieuw) KOT aan te vragen. De Commissie adviseert UHT om dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren.


Proceskostenvergoeding
Nu de bezwaren naar de mening van de Commissie deels gegrond zijn en het advies van de Commissie ertoe strekt om de beschikking met kenmerk UHT-DCH te herroepen, adviseert de Commissie UHT tevens de kosten van rechtsbijstand in deze procedure te vergoeden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Commissie adviseert om hierbij de hoogste vergoeding toe te kennen met wegingsfactor 2.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:

  • het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond te verklaren en de compensatieberekening
    aan te passen op voornoemde punten;
  • het verzoek om een proceskostenvergoeding toe te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter