BAC 2021-02570
Publicatiedatum 13-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: 4 februari 2021
Ontvangst bezwaarschrift: 15 februari 2021
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 3 maart 2022
Samenvatting
De bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000,- kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van belanghebbende is gericht tegen de beschikking UHT-B ADJ van 4 februari 2021 van Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking is aangegeven dat belanghebbende in aanmerking komt voor de toekenning van € 30.000,-.
De Commissie heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 4 februari 2022.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000,- is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij aan belanghebbende een uitkering van € 30.000,- op grond van de Catshuisregeling is toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000,- is toegekend..
De Commissie constateert dat de ouder door UHT is aangemerkt als gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.
Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000, - kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter