Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-02513

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar ongegrond te verklaren. Het gebruik van computersystemen en het stellen van vragen door medewerkers om te verifiëren of belanghebbende kinderen had, en om details te verifiëren van de partner van belanghebbende, zijn normale aspecten van de wettelijke toezichthoudende taak van B/T, en worden daarom niet als vooringenomen handelen beschouwd. Daarnaast blijkt uit de LIC-overzichten dat belanghebbende een betalingsregeling had voor een deel van 2012 en het toeslagjaar 2013. Tegelijkertijd heeft belanghebbende nooit een aanvraag ingediend voor een betalingsregeling die werd geweigerd door de belastingdienst. Verder is de Commissie van mening dat het ontbreken van een zero tolerance-onderzoek bij belanghebbende, alsook de vermelding op een uitsluitingslijst, niet duidt op vooringenomenheid of hardheid bij de toepassing van het stelsel. Daarnaast is de Commissie van mening dat het enkele feit dat de naam van een gastouder in een RKT bestand verkeerd werd gemeld, geen indicatie vormt voor vooringenomenheid. Bovendien oordeelt de Commissie dat het onvoldoende aannemelijk is dat de ‘HOTHOR’ signalering leidde tot vooringenomen handelen. Tenslotte is de Commissie van mening dat de terugvorderingen van 2012 en 2013 kunnen niet worden gezien als vooringenomen handelen van B/T of hardheid van het toeslagenstelsel.

Advies