Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-02339

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar deels gegrond te verklaren en het aangevallen besluit te herroepen. Belanghebbende verzoekt om vergoeding van het verschil aan inkomen tussen de misgelopen functie en haar daadwerkelijk genoten inkomen. UHT stelt gelet dat het mislopen van de hogere functie voor 40% kan worden toegerekend aan het hoge ziekteverzuim, welk verzuim werd veroorzaakt door het stopzetten van de KOT. De Commissie overweegt dat het door UHT gehanteerde percentage van 40% haar niet onaannemelijk voorkomt. Belanghebbende heeft dit in haar reactie van 1 mei 2023 voorts niet betwist, waardoor van dit percentage kan worden uitgegaan. De Commissie adviseert UHT dus om met gemachtigde in overleg te treden over de berekening van een proportionele vergoeding aan de hand van dit percentage. Daarnaast constateert de UHT in de tweede aanvullende reactie van 29 maart 2023 dat er onvoldoende concrete, objectief bepaalbare en redelijke aanknopingspunten zijn om te kunnen concluderen dat belanghebbende inkomensschade zal lijden tot haar pensioengerechtigde leeftijd. Het is de Commissie niet duidelijk welke aanknopingspunten in de visie van UHT tot een andere uitkomst zouden kunnen leiden, terwijl er evenmin aanleiding is om aan te nemen dat de schade niet tot de pensioengerechtigde leeftijd zal worden geleden. De Commissie stelt vast dat er bij de huidige stand van zaken, waarin een vorm van onderbouwing ontbreekt, in ieder geval sprake is van een motiveringsgebrek. Tot slot heeft belanghebbende uiteengezet dat zij door het toeslagenschandaal medische klachten heeft gekregen waardoor zij meermalen is uitgevallen. Door deze klachten is zij vanaf 1 maart 2013 op eigen initiatief minder gaan werken. Nu het causaal verband tussen de klachten en het toeslagenschandaal door CWS en UHT is erkend, verzoekt belanghebbende om vergoeding van deze gederfde inkomsten. Belanghebbende had, blijkens de reactie van gemachtigde van 1 mei 2023 en het daarbij overgelegde rapport, medische klachten toen zij minder uren ging werken. Belanghebbende werd in deze periode behandeld voor angstaanvallen. Uit het rapport blijkt dat deze klachten zijn veroorzaakt door financiële problemen en dat belanghebbende hierdoor – hoewel niet kan worden vastgesteld of dit steeds met dezelfde klachten te maken had – meerdere keren is uitgevallen. De Commissie acht het in het licht van deze omstandigheden aannemelijk dat de oorzaak van minder werken is gelegen in de medische klachten die op hun beurt weer het gevolg waren van de stopzetting van de KOT en de financiële stress die hiermee gepaard ging.

Advies