Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-0214

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 7 april 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/093 UHT

Ontvangst bezwaarschrift: 15 april 2021

Hoorzitting: 14 april 2022

Overdracht advies aan UHT: 12 mei 2022

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: de UHT) genomen beschikking van 7 april 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/093 UHT. Na het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 op basis van de zogeheten lichte toets ingevolge de Catshuisregeling, is de UHT tot het oordeel gekomen dat er in de situatie van belanghebbende hiervoor geen reden wordt gezien.

Procesverloop

Verzoek persoonlijk dossier

Op 31 januari 2020 is een verzoek tot inzage van het persoonlijk dossier ingekomen bij
de UHT.

Verzoek herbeoordeling

Bij de UHT is op 6 februari 2020 een herbeoordelingsverzoek kinderopvangtoeslag
aangemaakt naar aanleiding van het opvragen van het persoonlijk dossier door
belanghebbende. Dit betrof persoonlijke dossiers met betrekking tot de huur- en
zorgtoeslag, maar is opgevat als een herbeoordelingsverzoek kinderopvangtoeslag. Op
25 februari 2020 is aan de belanghebbende bevestigd dat haar verzoek is ontvangen.

Herbeoordeling situatie belanghebbende

Op 27 januari 2021 is in de systemen van de UHT een herbeoordelingsverzoek
kinderopvangtoeslag geregistreerd, waarin staat vermeld dat de situatie opnieuw dient te worden beoordeeld vanwege een onterechte dichtboeking.

Registratie notitie

De UHT heeft op 4 november 2020 intern genoteerd dat bij de situatie van
belanghebbende geen persoonlijk zaakbehandelaar betrokken is, omdat gebleken is dat belanghebbende geen kinderen heeft en nooit kinderopvangtoeslag heeft ontvangen. Belanghebbende heeft problemen ervaren met de huur- en zorgtoeslag, waarna zij haar volledige persoonsdossier heeft opgevraagd. Belanghebbende heeft aangegeven niets met de UHT te maken te willen hebben.

Besluit

Bij beschikking van 7 april 2021 heeft de UHT beslist dat belanghebbende (nog) niet
voor de Catshuisregeling in aanmerking komt en UHT derhalve geen reden ziet het
bedrag van € 30.000 te betalen.

Bezwaarschrift

Belanghebbende heeft op 12 april 2021 een bezwaarschrift ingediend. Dit is op 15 april 2021 door de UHT ontvangen.

Verweer

De UHT heeft op 23 september 2021 een schriftelijk verweer ingediend op de door
belanghebbende gemaakte bezwaren.

Klacht schending persoonsgegevens

Bij brief van 30 oktober 2021 heeft de belanghebbende een klacht bij de UHT ingediend, wegens het schenden van haar persoonsgegevens. Deze klacht is op 9 december 2021 telefonisch met de belanghebbende afgehandeld door de betrokken
klachtenbehandelaar.

Herstel fout

Op 10 februari 2022 is de naam van belanghebbende verwijderd uit de lijst van
gedupeerde ouders, waar zij per abuis in is opgenomen. Daarnaast is op die dag een
interne melding gedaan dat belanghebbende zich niet voor een herbeoordeling kinderopvangtoeslag wil aanmelden, maar voor een herbeoordeling van de huur- en
zorgtoeslag.

Klacht wegens delen persoonsgegevens

Bij e-mailbericht van 4 maart 2022 heeft belanghebbende bij de UHT een klacht
ingediend wegens het delen van haar persoonsgegevens met de gemeente Midden
Groningen. De bevestiging van ontvangst van de klacht is op 15 maart 2022 aan de
belanghebbende verzonden.

Aanvullend schriftelijk verweer

Op 24 maart 2022 heeft de UHT het schriftelijke verweer nader aangevuld.

Bevestiging geen verdere beoordeling herstel kinderopvangtoeslag

Bij brief - met dagtekening 8 april 2022 - is aan de belanghebbende medegedeeld dat
haar situatie niet verder door de UHT wordt behandeld, nu de huidige regeling enkel
voorziet in de kinderopvangtoeslag en niet in de huurtoeslag, de zorgtoeslag of het
kindgebonden budget.

Aanvullende gronden

Belanghebbende heeft per e-mailbericht van 12 april 2022 haar bezwaargronden nader aangevuld.

Hoorzitting

Op 14 april 2022 heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van de belanghebbende en de UHT.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

Belanghebbende maakt bezwaar tegen het besluit van de UHT. Zij heeft zich nooit
aangemeld voor een herbeoordeling kinderopvangtoeslag, nu zij nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd.

Belanghebbende heeft een verzoek om inzage in haar persoonsdossier gedaan, omdat de Belastingdienst in 2018 zonder voorafgaande beoordeling de huur- en zorgtoeslag heeft stopgezet. Na het doen van dit verzoek is belanghebbende toegevoegd aan het
kinderopvangtoeslagdossier. Ondanks dat zij meermaals contact heeft gezocht met de
Belastingdienst en heeft verzocht haar naam uit dit dossier te verwijderen, is geen
gehoor gegeven aan dit verzoek.

Belanghebbende heeft vervolgens door het indienen van een WOB-verzoek inzage in haar dossier weten te verkrijgen. Echter, de vermelding van haar naam in het CAF-11 dossier heeft dit bemoeilijkt. Belanghebbende is daarom van mening dat zij als gedupeerde van de Belastingdienst kan worden aangemerkt. Ondanks herhaaldelijk verzoek, werd zij niet uit de systemen van de Belastingdienst verwijderd. Hierdoor is zij financieel gedupeerd geraakt, nu haar huur- en zorgtoeslag ten onrechte zijn stopgezet.

Op 12 april 2022 heeft belanghebbende haar bezwaarschrift nader aangevuld. Hierin
heeft belanghebbende onder meer uiteen gezet dat zij begin 2021 een brief van de
gemeente Midden-Groningen heeft ontvangen naar aanleiding van de vermelding van
haar naam in de lijst met gedupeerde ouders. De Belastingdienst heeft vanwege de
onterechte vermelding van belanghebbende op deze lijst haar persoonsgegevens –
zonder instemming van belanghebbende – doorgestuurd. Na het indienen van een
tweetal klachten is er geen verdere actie door de Belastingdienst ondernomen.

Belanghebbende stelt dat er sprake is van schending van haar privacy en kan zich niet
verenigen met de wijze waarop haar klachten zijn behandeld. Belanghebbende vindt het kwalijk dat wordt gesuggereerd dat zij zich heeft aangemeld voor de herbeoordeling kinderopvangtoeslag, enkel voor financieel gewin. Dit is beslist
niet het geval.

Al met al is belanghebbende van opvatting dat wegens het ten onrechte opnemen in de lijst van gedupeerde ouders, het niet (direct) verstrekken van haar persoonsdossier en de vele procedurele stappen die zij heeft moeten doorlopen, een financiële compensatie op zijn plaats is.

Verweer

De UHT stelt zich op het standpunt dat bij het bestreden besluit aan belanghebbende is medegedeeld dat er op basis van het beschikbare dossier geen aanknopingspunten
bestaan om aan te nemen dat zij gedupeerd is geraakt door toedoen van de Belastingdienst/Toeslagen of dat er sprake is van institutioneel vooringenomen
handelen.

Belanghebbende heeft nooit een herbeoordelingsverzoek kinderopvangtoeslag gedaan. Ook heeft zij nooit kinderopvangtoeslag aangevraagd. Uit data analyse van de
Belastingdienst/Toeslagen is de UHT gebleken dat belanghebbende geen recht heeft op kinderopvangtoeslag.

Wel is gebleken dat belanghebbende ten onrechte is meegenomen in de herbeoordeling kinderopvangtoeslag. Dit had volgens de UHT niet mogen gebeuren. De bestreden beslissing had naar het oordeel van de UHT ook niet genomen mogen worden. De beslissing is daarentegen wel genomen en hierin is beslist dat belanghebbende geen recht heeft op het bedrag van € 30.000 conform de Catshuisregeling, dan wel enige vorm van compensatie op grond van de huidige Compensatieregeling.

Het voorgaande neemt niet weg dat de UHT het betreurt dat belanghebbende zich door toedoen van de Belastingdienst niet goed behandeld heeft gevoeld.

In het aanvullende schriftelijke verweer van 24 maart 2022 stelt de UHT dat
belanghebbende per abuis op een lijst van gedupeerde ouders terecht is gekomen. Als
gevolg hiervan heeft zij op 16 september 2021 een brief van Waternet en op 3 maart
2021 een brief van de gemeente Midden-Groningen ontvangen. De UHT biedt hiervoor haar verontschuldigingen aan en heeft ervoor zorg gedragen dat dit niet meer kan gebeuren. De naam van belanghebbende is immers per 10 februari 2022 van de lijst van gedupeerde ouders gehaald.

Wat betreft de status van de door belanghebbende ingediende klachten, stelt de UHT dat deze door het verwijderen van de naam van belanghebbende van de lijst van gedupeerde ouders zijn opgelost. Belanghebbende heeft inmiddels een brief ontvangen van UHT met het verzoek het herbeoordelingsverzoek kinderopvangtoeslag in te trekken. Ter zitting stelt de UHT – na overleg te hebben gepleegd met de betreffende klachtenbehandelaar – de openstaande klachten verder buiten de onderhavige bezwaarprocedure te zullen afwikkelen.

Deze aanvullende feiten zullen naar het oordeel van UHT niet leiden tot een ander standpunt ten aanzien van het bezwaar van de belanghebbende. De UHT komt derhalve tot de conclusie dat het bezwaar ongegrond is.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691 (hierna: Catshuisregeling);
  • Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag, Staatscourant 1 juni 2021, nr. 28304 (hierna: tweede Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in het geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het
ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Afwijzing lichte toets

De Commissie begrijpt dat belanghebbende bezwaar maakt tegen de beslissing van de
UHT om na de zogeheten lichte toets geen compensatie op grond van de
Catshuisregeling toe te kennen. Zij stelt zich echter niet op het standpunt dat zij op
grond van voornoemde regeling aanspraak kon maken op compensatie.

Belanghebbende heeft door middel van het indienen van het bezwaarschrift kenbaar
willen maken dat zij ten onrechte door de UHT is aangemerkt als gedupeerde van de
kinderopvangtoeslagaffaire. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt
tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 op grond van de
Catshuisregeling is afgewezen.

De Commissie constateert uit de bestreden beslissing dat de UHT een zogeheten lichte
toets heeft uitgevoerd, teneinde vast te stellen of belanghebbende als gedupeerde in de toeslagenaffaire kan worden aangemerkt. Naar het oordeel van de Commissie is de lichte toets op juiste wijze door de UHT uitgevoerd en is terecht geconstateerd dat belanghebbende geen gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire is en dat zij niet
voor compensatie op grond van de huidige Compensatieregeling in aanmerking komt.

De Commissie acht het formele bezwaar tegen de bestreden beslissing derhalve
ongegrond.

Onterechte opname lijst gedupeerden

De Commissie stelt op grond van het dossier vast dat het door de belanghebbende
ingediende herbeoordelingsverzoek voor de zorg- en huurtoeslag ten onrechte is
aangemerkt als een verzoek ten aanzien van de kinderopvangtoeslag. Hierdoor is
belanghebbende ten onrechte opgenomen in een lijst van gedupeerde ouders.

Dit valt volgens de Commissie te betreuren. Echter, deze betreurenswaardige werkwijze kan naar het oordeel van de Commissie niet leiden tot een financiële compensatie, nu de huidige wet en regelgeving niet voorzien in een dergelijke vorm van herstel voor het geleden nadeel. Daarbij kan de omstandigheid dat de bestreden beslissing naar het oordeel van de UHT niet genomen had mogen worden niet leiden tot een ander oordeel.

Desondanks verzoekt de Commissie de UHT zich in de onderhavige zaak in te spannen voor het feitelijk herstel van de situatie van belanghebbende en na te gaan op welke wijze de procedure bij UHT afgesloten kan worden en bij de Belastingdienst/Toeslagen afdeling Regulier in gang kan worden gezet.

Samenvatting en advies

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie de UHT het volgende:

  • het bezwaar tegen de afwijzing lichte toets ongegrond te verklaren;
  • het bezwaar ten aanzien van het ten onrechte opnemen van belanghebbende in de lijst van gedupeerde toeslagouders (deels) gegrond te verklaren;
  • belanghebbende in te lichten over de wijze waarop het dossier bij de UHT gesloten
    kan worden en het herbeoordelingstraject bij de Belastingdienst/Toeslagen afdeling
    Regulier in gang kan worden gezet.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter