BAC 2021-02092
Publicatiedatum 23-10-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 5 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC-I A
Ontvangst bezwaarschrift: 31 augustus 2021
Hoorzitting: 9 december 2022
Overdracht advies aan UHT: 28 december 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van 5 augustus 2021 (UHT-DC-I A).
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 27 november 2019 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: kot) over de jaren 2006 tot en met 2010.
- De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft haar beoordeling van het verzoek van belanghebbende op 21 juli 2021 aan UHT toegestuurd. De CvW heeft geoordeeld dat gedurende de jaren 2006 tot en met 2011 geen sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid.
- Bij beschikking van 5 augustus 2021 heeft UHT belanghebbende meegedeeld dat zij geen recht heeft op compensatie kot voor de jaren 2006 tot en met 2011.
- Belanghebbende heeft bij brief van 24 augustus 2021, ingekomen op 31 augustus 2021, tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend.
- Op 15 april 2022 heeft UHT daarop schriftelijk gereageerd.
- Belanghebbende en UHT zijn uitgenodigd voor een hoorzitting op 16 september 2022, waar belanghebbende niet verscheen en waarna de Commissie op verzoek van belanghebbende een nieuwe hoorzitting heeft bepaald.
- Op 9 december 2022 heeft een hoorzitting plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen. Het verslag daarvan is achter dit advies gevoegd.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en dat het ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende heeft gesteld dat met betrekking tot de jaren 2006 tot en met 2011
(soms meermaals) onjuiste inkomensgegevens zijn gebruikt. UHT heeft aangegeven dat B/T werkt met de op dat moment aanwezige gegevens over het inkomen.
Voor een compensatie in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen komt in aanmerking de ouder waarvan aannemelijk is dat de vaststelling van zijn aanspraak op
kot in enig jaar onderdeel is geweest van hardheid of van een institutioneel vooringenomen handelswijze van de Belastingdienst.
Uit de verschillende 'specificaties kot' en de 'Voorlopige zienswijze UHT', die zijn gevoegd bij de schriftelijke reactie, is aannemelijk geworden dat de herzieningen van de verleende voorschotten kot en de definitieve vaststellingen van het recht op kot, zijn gebaseerd op veranderingen in het toetsingskomen en in de gezinssituatie van belanghebbende. Het is begrijpelijk dat belanghebbende hierdoor in verwarring is gebracht en dat de terugvorderingen haar in moeilijkheden hebben gebracht. Er kan in dit verband naar de mening van de Commissie echter niet gesproken worden van een institutioneel vooringenomen handelwijze of hardheid van de zijde van B/T. Er moest door belanghebbende worden terugbetaald, omdat zij uiteindelijk op minder kot recht had dan waarmee in de voorschotbeschikkingen rekening was gehouden. Dat belanghebbende door de terugvorderingen in een lastige situatie is terechtgekomen, betreurt de Commissie ten zeerste, maar dat maakt de conclusie niet anders.
Conclusie en advies
Samengevat adviseert de Commissie om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter