BAC 2021-01976
Publicatiedatum 01-11-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: van 2 juli 2021 met kenmerk UHT-DC-I A
Ontvangst bezwaarschrift: 14 juli 2021
Hoorzitting: 28 juni 2023
Overdracht advies aan UHT: 17 juli 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de Definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag in stand te laten.
Onderwerp van advies
Het door (hierna: gemachtigde) namens (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 2 juli 2021 (UHT-DC-I A).
Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan belanghebbende geen compensatie toegekend.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Gelet op artikel 8.6 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 25 juni 2021 verzocht om een herbeoordeling van de
kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2009 tot en met 2011. - Bij beschikking van 2 juli 2021 met kenmerk UHT-DC-I A is belanghebbende
bericht dat zij geen recht heeft op compensatie voor de jaren 2009 tot en met 2011. - Gemachtigde heeft bij brief van 13 juli 2021, binnengekomen op 14 juli 2021, een
bezwaarschrift ingediend. - Op 20 oktober 2022 heeft UHT daarop schriftelijk gereageerd.
- Op 28 juni 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie voor de toeslagjaren 2009 tot en met 2011 of te wijzen. De Commissie overweegt hierover het volgende.
De Commissie heeft er kennis van genomen dat aan belanghebbende compensatie is
geweigerd omdat zij geen aanvrager van KOT was. Nu dit op grond van artikel 2.1 Wht
een voorwaarde is om voor compensatie in aanmerking te komen, kan het bezwaar voor belanghebbende niet tot een andere uitkomst leiden. Gemachtigde heeft namens
belanghebbende ter zitting op indringende wijze toegelicht hoe ook (ex-)toeslagpartners ernstig getroffen kunnen zijn door de toeslagenaffaire. De
Commissie merkt hierover op dat de wetgever dit heeft onderkend en een wetsvoorstel heeft ingediend voor een herstelregeling voor ex-toeslagpartners. De behandelend ambtenaar heeft ter zitting toegelicht dat als de Eerste Kamer op 11 of 12 juli 2023 instemt met dit wetsvoorstel, vanaf het derde kwartaal van dit jaar zal worden gestart met de uitvoering. De Commissie wenst belanghebbende toe dat er geen nader uitstel meer zal zijn en dat zij zo spoedig als mogelijk duidelijkheid krijgt over haar situatie.
Toezending gehele toeslagdossier
Gemachtigde heeft in het bezwaarschrift verzocht om toezending van het gehele
kinderopvangtoeslagdossier over de jaren 2010 tot en met 2017. De Commissie volgt
UHT in het standpunt dat hieraan niet tegemoet hoeft en mogelijk ook niet kan worden gekomen, nu belanghebbende zelf nooit aanvrager van KOT is geweest.
Strijdigheid met algemene beginselen van behoorlijk bestuur
De Commissie volgt UHT ten slotte ook ten aanzien van het ingenomen standpunt met
betrekking tot de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten
grondslag liggende onderzoek. In de bestreden beschikking is voldoende toegelicht
waarom UHT concludeert dat belanghebbende niet in aanmerking komt voor
compensatie. De Commissie heeft voorts geen aanwijzingen dat het onderzoek niet
zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Aan de stelling dat in strijd is gehandeld met het
vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel gaat de Commissie voorbij, nu deze op geen enkele wijze in het bezwaarschrift is onderbouwd. De Commissie adviseert UHT gelet op het voorgaande de bestreden beschikking in stand te laten.
Proceskostenvergoeding
Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie in stand kan worden gelaten, geen recht op vergoeding.
Advies
De Commissie adviseert UHT het bezwaar tegen de Definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag in stand te laten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter