Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-01940

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 19 juli 2021 met UHT-DC-I A

Ontvangst bezwaarschrift: 22 juli 2021

Hoorzitting: 10 december 2021

Overdracht advies aan UHT: 30 maart 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de beschikking met het kenmerk UHT-DC-I A ongegrond te verklaren en om de integrale beoordeling voor wat betreft de jaren 2005, 2006, 2007, 2012 en 2013 zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) is gericht tegen de door
Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag (hierna KOT) van 19 juli 2021 met kenmerk UHT-DC-I A. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Staatscourant 7 september 2020, 45904, is aan haar een compensatie toegekend.

Procesverloop

Bij brief van 19 juli 2021 heeft de UHT belanghebbende een vooraankondiging van de voorlopige compensatieberekening toegezonden met kenmerk UHT-VC I. Daarbij is een bedrag toegekend van € 40.023,- over de toeslagjaren 2008 en 2009.

Bij beschikking van 19 juli 2021 met kenmerk UHT-DC-I A is een compensatie over de toeslagjaren 2010 en 2011 afgewezen.

Op 22 juli 2021 (ontvangen op 27 juli 2021) heeft belanghebbende bezwaar aangetekend tegen de beschikking met kenmerk UHT-DC-I A, maar het bezwaar richt zich gezien de inhoud ook tegen de beschikking met kenmerk UHT-VC-I.

Bij beschikking van 13 oktober 2021 is de voorlopige compensatie voor 2008 en 2009 met € 654,- aangevuld naar € 40.677,-.

Bij brief van 27 januari 2022 heeft de UHT een schriftelijke reactie op het bezwaar ingezonden. Het bezwaar wordt mede gericht geacht tegen de beschikking van 13 oktober, gelet op het bepaalde in artikel 6:19 Awb.

Op 4 maart 2022 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden. Van deze hoorzitting is een verslag gemaakt. Het verslag is achter dit advies opgenomen.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en tijdig ontvangen. Het is ontvankelijk.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De compensatie over de jaren 2008 en 2009
Tegen de berekening van de compensatie die is toegekend voor de jaren 2008 en 2009 wordt inhoudelijk geen bezwaar gemaakt. Het is de Commissie niet gebleken dat het compensatiebedrag voor die jaren onjuist zou zijn berekend. De Commissie acht het bezwaar, voor zover het de jaren 2008 en 2009 betreft, daarom ongegrond.

Afwijzing compensatie over de jaren 2010 en 2011
De Commissie van Wijzen heeft als mening gegeven dat van institutioneel vooringenomen handelen geen sprake is voor de jaren 2010 en 2011 en er ook geen reden is voor toepassing van hardheidscompensatie. De Commissie zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die tot een andere opvatting zouden kunnen leiden. De Commissie acht het bezwaar ook wat deze jaren betreft daarom ongegrond.

Mogelijke compensatie toeslagjaren 2005, 2006, 2007, 2012 en 2013
Het verzoek van belanghebbende tot herbeoordeling van haar aanspraak op KOT voor toeslagjaren 2005, 2006, 2007, 2012 en 2013 is reeds voorgelegd aan de persoonlijk zaakbehandelaar van belanghebbende. Voordat het primaire besluit is genomen inzake de genoemde jaren kan de Commissie zich hierover niet uitspreken. Tegen de beschikking die zal volgen staat de mogelijkheid van bezwaar open bij de Commissie.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie de UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en om de integrale beoordeling voor wat betreft de jaren 2005, 2006, 2007, 2012 en 2013 zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter