BAC 2021-01913

Publicatiedatum 10-04-2025

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het op 23 juli 2021 door gemachtigde namens ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 11 juni 2021, met kenmerk UHT-DC I.

In deze beschikking is aan belanghebbende op grond van de Compensatieregeling over de toeslagjaren 2007, 2008 en 2009 een compensatiebedrag van € 52.659 toegekend omdat de Belastingdienst fouten heeft gemaakt over deze drie toeslagjaren.

Procesverloop

• Per brief van 28 mei 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: “B/T”) belanghebbende geïnformeerd dat er fouten zijn gemaakt in haar CAF-dossier.
• Belanghebbende heeft schriftelijk op 28 mei 2020, ontvangen 2 juni 2020, toestemming gegeven om haar persoonlijke situatie opnieuw te beoordelen.
• Op 21 november 2020 heeft belanghebbende een eenmalige tegemoetkoming van € 750 ontvangen voor de vertraging bij de beoordeling van haar situatie. Dit bedrag hoeft belanghebbende nooit terug te betalen (kenmerk UHT-750-1).
• Op 3 december 2020 is belanghebbende per brief (kenmerk UHT-PLN 2) geïnformeerd dat gestart wordt met het bekijken van haar situatie in januari, februari of maart 2021.
• Bij beschikking van 5 april 2021 heeft UHT aangekondigd dat aan belanghebbende een voorlopig compensatiebedrag van € 52.279 wordt toegekend omdat bij de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag over de jaren 2007 tot en met 2009 is gebleken dat er fouten zijn gemaakt.
• Op 11 juni 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat het definitieve compensatiebedrag over de jaren 2007, 2008 en 2009 is vastgesteld op € 52.659.
• Op 23 juli 2021 heeft gemachtigde bij brief bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 11 juni 2021 met kenmerk UHT-DC I. De ontvangst van het bezwaarschrift op 29 juli 2021 is door UHT op 17 augustus 2021 bevestigd.
• Op 30 september 2021 heeft de staatssecretaris van Financiën, Toeslagen en Douane in een brief namens het kabinet excuses aangeboden voor de manier waarop belanghebbende is behandeld en het leed dat haar is aangedaan (kenmerk UHT-EV).
• Op 30 september 2021 hebben de minister-president en de staatsecretaris van Financiën, Toeslagen en Douane, in een brief namens het kabinet excuses gemaakt, dat belanghebbende gedupeerde is en geen fraudeur met kinderopvangtoeslag.
• Op 11 februari 2022 heeft gemachtigde per e-mail een brief aan de Commissie gericht met het verzoek te beslissen op het bezwaarschrift d.d. 23 juli 2021. De Commissie heeft dit verzoek doorgezonden aan UHT.
• UHT heeft op 31 mei 2022 een schriftelijke reactie opgesteld, waarin het bezwaar tegen de beschikking met kenmerk UHT-DCI wordt behandeld.
• Op 13 oktober 2022 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van belanghebbende, haar gemachtigde en UHT. Een verslag van de hoorzitting is achter dit advies gevoegd.
• De termijn voor de beslissing op bezwaar is, met instemming van de belanghebbende en haar gemachtigde, verlengd tot en met 15 december 2022

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Compensatieberekening/ volledig dossier
De Commissie constateert dat ter zitting is gebleken dat UHT met de toezending van de Landelijk Incasso Overzichten (hierna: LIC) en de schriftelijke reactie d.d. 31 mei jl. met nadere toelichting op de bepalingen uit het Compensatiebesluit, voor gemachtigde en belanghebbende voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe het compensatiebedrag is opgebouwd.

Nu gemachtigde ter zitting het verzoek om het volledig dossier van belanghebbende verder niet ter sprake heeft gebracht leidt de Commissie hieruit af dat UHT met het bezwaardossier, de schriftelijk reactie en de toelichting ter zitting aan dit verzoek is tegemoetgekomen.

In rekening gebrachte rente en kosten
De UHT heeft in de schriftelijke reactie en ter zitting geconstateerd dat in de compensatieberekening van 11 juni 2021 de component in rekening gebrachte rente en kosten over de toeslagjaren 2007 en 2008 ontbreekt. De Commissie onderschrijft het voornemen van UHT om deze lacune op te vullen en de compensatieberekening aan te passen tot de datum van de beslissing op bezwaar. Deze laatste aanpassing zal ook geschieden bij de component rente voor gemiste Kinderopvangtoeslag en de component aanvullende vergoeding van 1% van het subtotaal. Derhalve is het bezwaarschrift op dit punt gegrond.

Werkelijk geleden schade
De Commissie heeft kennis genomen van de door belanghebbende gestelde schade. Belanghebbende en haar gezin zijn onder grote financiële druk komen te staan toen zij werden geconfronteerd met de terugvorderingen van de Kinderopvangtoeslag. Belanghebbende stelt dat zij hierdoor haar onderneming, een souvenirwinkel, heeft moeten sluiten. Daarnaast zouden belanghebbende en haar echtgenoot twee woningen hebben moeten verkopen. Belanghebbende heeft naar voren gebracht dat zij door de terugvorderingen ook nog in de schuldsanering terecht is gekomen en dat pas recent geen BKR-registratie meer op haar naam staat. De Commissie vindt het spijtig dat belanghebbende en haar gezin zoveel leed en stress hebben ondervonden. De Commissie overweegt echter dat deze bezwaarschriftprocedure alleen betrekking heeft op de toekenning van de standaard vergoedingen en niet op de vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) bestemd. De Commissie heeft kennis genomen van het voornemen van de gemachtigde om na de onderhavige bezwaarprocedure een procedure bij de CWS te starten. De Commissie adviseert UHT om gemachtigde te informeren over de wijze waarop een verzoek kan worden ingediend bij de CWS.

Compensatie gezinsleden
De Commissie kan zich voorstellen dat de gezinsleden van belanghebbende eveneens hard zijn getroffen door hetgeen de terugvorderingen teweeg hebben gebracht. Op 1 november 2022 heeft de Eerste Kamer de Wet Hersteloperatie Toeslagen aangenomen, waarvan de Kindregeling een onderdeel is. De wet is op 4 november 2022 gepubliceerd in het Staatsblad, waardoor de Kindregeling inwerking is getreden. De Commissie adviseert UHT om belanghebbende te informeren over deze Kindregeling.

Vergoeding immateriële schade
Ten aanzien van de berekening van de forfaitaire vergoeding voor de immateriële schade van belanghebbende, adviseert de Commissie UHT dit conform haar toezegging in de schriftelijke reactie, te berekenen tot aan de dagtekening van de beslissing op bezwaar.

Proceskostenvergoeding
Voor de proceskosten in de onderhavige procedure heeft belanghebbende, nu de Commissie het bezwaar gedeeltelijk gegrond acht, recht op een forfaitaire proceskostenvergoeding. De Commissie adviseert UHT in de onderhavige procedure twee procespunten (één punt voor het indienen van het bezwaarschrift en één punt voor het verschijnen op de hoorzitting, tegen een wegingsfactor 2) toe te kennen tegen het hoogste tarief.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie UHT om in de beslissing op bezwaar de volgende elementen van de compensatieberekening van 11 juni 2021 aan te passen:

• De component in rekening gebrachte rente en kosten over 2007 en 2008 toe te voegen en aan te passen tot de datum van de beslissing op bezwaar;
• de vergoeding voor immateriële schade eveneens te berekenen tot de datum van de beslissing op bezwaar;
• om de rente voor de gemiste kinderopvangtoeslag te herzien en te berekenen tot de datum van de dagtekening van de beslissing op bezwaar;
• de aanvullende vergoeding van 1% van het subtotaal van het compensatiebedrag aan te passen.

Voorts adviseert de Commissie om voor de proceskosten voor de onderhavige bezwaarprocedure een vergoeding toe te kennen van twee punten met elk een wegingsfactor twee tegen het hoogst geldende tarief.

Tevens adviseert de Commissie UHT om belanghebbende nader te informeren over de Kindregeling en gemachtigde te informeren over de wijze waarop een verzoek bij de Commissie Werkelijke Schade kan worden ingediend.