Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-0177

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 1 februari 2021 met kenmerk UHT-B ADJ

Ontvangst bezwaarschrift: 22 maart 2021

Hoorzitting: 24 november 2021

Overdracht advies aan UHT: 30 december 2021

Onderwerp van advies

Het door de ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: de UHT) genomen
beschikking aanvullend bedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag, UHT-B ADJ, 1
februari 2021. De compensatie is aan belanghebbende toegekend omdat hij deel heeft uitgemaakt van het CAF 11 onderzoek. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 6 december 2019 (Stcrt. 2019, nr. 66172; hierna: Compensatieregeling) is aan hem een bedrag van € 22.016 voor de jaren 2012, 2013 en 2014 toegekend.

De toegekende compensatie bestaat uit:

  • vergoeding van door de Belastingdienst in het kader van CAF 11 teruggevorderde kinderopvangtoeslag (3.1.1 Compensatie voor correctiebesluiten);
  • vergoeding van materiële schade volgens de vaste norm van 25% van dit bedrag (3.1.3 Compensatie voor veronderstelde materiële schade); vergoeding van invorderingskosten en voldane rente (3.1.4 Compensatie voor invorderingskosten);
  • vergoeding van immateriële schade van € 500 per zes maanden (3.1.2 Compensatie voor veronderstelde immateriële schade);
  • extra vergoeding van 1% (6 Extra compensatie). Bij besluit van 1 februari 2021 is de compensatie met een bedrag van € 7.984 aangevuld tot een bedrag van € 30.000 op grond van het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (hierna: Catshuisregeling). Belanghebbende heeft bij brief van 5 maart 2021, door de UHT ontvangen op 22 maart 2021, bezwaar ingediend tegen dit besluit.

Procesverloop

Bij brief van 17 december 2019 heeft de UHT belanghebbende een vooraankondiging
van de voorlopige compensatieberekening toegezonden. Daarbij is een bedrag
toegekend van € 21.511 voor de jaren 2012, 2013 en 2014. Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de dienst belanghebbende een compensatie toegekend van € 22.016. Bij besluit van 1 februari 2021 is de compensatie met een bedrag van € 7.984 aangevuld tot € 30.000 in verband met de Catshuisregeling. Op 24 november 2021 heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van belanghebbende en UHT. Belanghebbende heeft deelgenomen via een videoverbinding. Voorafgaand aan de zitting heeft belanghebbende een e-mail gestuurd, waarop UHT ook gereageerd heeft. De termijn voor de beslissing op bezwaar is, met instemming van de gemachtigde, door de UHT verlengd tot 1 november 2021.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

Belanghebbende is het niet eens met het ontvangen bedrag omdat het niet in verhouding staat tot de schade die belanghebbende heeft geleden.

Belanghebbende heeft over 2011/2012 een aanslag ontvangen van ongeveer € 52.000 waarna hij een advocaat heeft ingeschakeld. Belanghebbende stelt destijds op de dag van een ingeplande zitting te horen te hebben gekregen dat hij de aanslag niet hoefde te betalen. Zijn proceskosten zijn echter niet vergoed.

Tijdens telefonisch contact met de Belastingdienst met betrekking tot de kinderopvangtoeslag voor 2014 bleek dat belanghebbende als fraudeur werd aangemerkt in het systeem. Hierna heeft belanghebbende geen kinderopvangtoeslag meer durven aanvragen terwijl hij daar wel recht op had. Er is onterecht loonbeslag
gelegd, waardoor belanghebbende het niet alleen financieel erg moeilijk had, maar ook geld heeft moeten lenen om de hypotheek en de vaste lasten te kunnen betalen.

Omdat de Belastingdienst gegevens over dubbele nationaliteit registreerde is
belanghebbende van mening dat er sprake was van discriminatie

Verweer

De aanvulling van de compensatie tot een bedrag van € 30.000 betreft een forfaitair
bedrag, waarbij geen rekening kan worden gehouden met werkelijke schade. De compensatiebeschikking (en de bezwaarprocedure) ziet alleen op de vaste (forfaitaire)
bedragen, de compensatie op grond van de Compensatieregeling en de Catshuisregeling. UHT kan niet afwijken van de forfaitaire bedragen en het bedrag van € 30.000. UHT wijst op de mogelijkheid om een verzoek voor aanvullende compensatie in te dienen bij de Commissie Werkelijke Schade. Belanghebbende is volgens de UHT geen bezwaar- of beroepsprocedure gestart naar aanleiding van de nihilstellingen van de kinderopvangtoeslag over berekeningsjaren 2012, 2013 en 2014.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
  • Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de
    verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep van 8 december 2020, Staatsblad 2020, 524 (hierna: Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691 (hierna: Catshuisregeling);
  • Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag, Staatscourant 1 juni 2021, nr. 28304 (hierna: tweede Catshuisregeling);
  • Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag,
    Staatscourant 1 maart 2021, 10248 (hierna: Subsidieregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook
overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenning van de
vergoedingen volgens de Compensatieregeling en Catshuisregeling en niet op de
vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie
Werkelijke Schade bestemd. In dit advies adviseert de Commissie aan UHT over de
afdoening van de bezwaargronden die betrekking hebben op de vergoeding die UHT op grond van de Compensatieregeling heeft toegekend.

Tijdens de hoorzitting is aan de orde geweest dat belanghebbende een advocaat
ingeschakeld heeft in een zaak tegen de Belastingdienst over een aanslag. Belanghebbende heeft geen proceskosten gemaakt voor zaken over kinderopvangtoeslag over de jaren 2012 tot en met 2014. Omdat de compensatiebeschikking alleen gaat over kinderopvangtoeslag in die jaren, hoeft het besluit van 26 maart 2020 op dat punt niet te worden aangepast.

De Commissie adviseert de forfaitaire vergoeding voor de immateriële schade van de belanghebbende te berekenen vanaf 14 juli 2014, de datum waarop de eerste brief om
met bewijsstukken langs te komen bij het belastingkantoor, is verstuurd (de zogenoemde baliebrief). Bij de berekening wordt de beslissing op bezwaar als einddatum gehanteerd. De UHT heeft toegezegd de immateriële schadevergoeding overeenkomstig het vorenstaande te verhogen. Daar stemt de Commissie mee in.
De Commissie onderschrijft het standpunt van de dienst om bij de beslissing op bezwaar alsnog de gemiste toeslagrente op grond van artikel 3.1.6 van de Compensatieregeling mee te nemen in de berekening van het definitieve compensatiebedrag. De belanghebbende heeft door de onterechte intrekking kinderopvangtoeslag misgelopen voor de jaren 2012 tot en met 2014. De rente over deze gemiste kinderopvangtoeslag dient te worden berekend tot de datum van de beslissing op bezwaar. De bijstelling van de berekening betekent dat ook de extra compensatie van 1% moet worden aangepast.

Samenvatting en advies

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie de UHT het volgende:

  • de hoogte van de compensatie voor immateriële schade te berekenen vanaf de
    eerste baliebrief van 14 juli 2014 tot de datum van de beslissing op bezwaar;
  • rente te vergoeden over de gemiste kinderopvangtoeslag voor de jaren 2012 tot
    en met 2014;
  • de extra compensatie van 1% overeenkomstig aan te passen.

Hoewel de Commissie adviseert om het bedrag van de compensatie te verhogen, zal dit leiden tot een extra uitbetaling aan belanghebbende indien het totale bedrag van de compensatie meer bedraagt dan € 30.000.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter