BAC 2021-01708
Publicatiedatum 17-04-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 26 mei 2021 met kenmerk UHT-DC-l
Ontvangst bezwaarschrift: 6 juli 2021
Hoorzitting: 29 november 2023
Overdracht advies aan UHT: 4 januari 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en in de bestreden beschikking
te motiveren waarom voor het jaar 2008 geen compensatie wordt toegekend.
Onderwerp van advies
Het door [gemachtigde] (hierna: gemachtigde) namens [belanghebbende] (hierna:
belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen
(definitieve) beschikking van 26 mei 2021 met kenmerk UHT-DC l (hierna: de bestreden beschikking), waarin aan belanghebbende een compensatie van € 30.000,- is toegekend.
Deze beschikking is gebaseerd op de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare
(CAF-) zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 7 september 2020, nr. 45904; hierna:
Compensatieregeling). De compensatieregeling is vervallen per 2 februari 2023 met
terugwerkende kracht tot en met 5 november 2022.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Hiermee is de regelgeving in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, waaronder de artikelen, 49, 49b en 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), de Compensatieregeling en het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stct. 2021, nr. 28304), komen te vervallen. Op grond van artikel 9.2, aanhef en onder e van de Wht werkt afdeling 2.1., voor zover hier relevant, terug tot en met 26 januari 2021.
Artikel 8.6 Wht bepaalt voorts dat beschikkingen, onder andere ter zake van
compensatie, aanvullende compensatie voor werkelijke schade en tegemoetkomingen in het kader van opzet/grove schuld (O/GS) die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven op grond van de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.
Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 22 september 2020 verzocht om een herbeoordeling
van de KOT over de jaren 2007 en 2008. - Bij brief van 5 mei 2021 (UHT-VC I) heeft UHT aan belanghebbende bericht dat zij
€ 30.000,- ontvangt. - Bij definitieve beschikking van 26 mei 2021 (UHT-DC-I) heeft UHT het verzoek om
compensatie voor het jaar 2007 toegewezen. - Bij brief, ontvangen op 2 juli 2021, heeft gemachtigde een bezwaarschrift
ingediend tegen de bestreden beschikking. - Bij brief, ontvangen op 19 november 2022, heeft gemachtigde aanvullende
gronden ingediend. - Bij schriftelijke reactie van 10 juli 2023 heeft UHT gereageerd op de bezwaren van
belanghebbende. - Op 29 november 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in
aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd. - De Commissie, bestaande uit [commissielid] (voorzitter), [commissielid] en [commissielid], heeft het bezwaarschrift in haar vergadering van 29 november 2023 behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende voert aan dat UHT alleen berekeningsjaar 2007 heeft beoordeeld en niet ook, zoals verzocht, berekeningsjaar 2008. UHT heeft zich op het standpunt gesteld dat zij het jaar 2008 ook heeft beoordeeld. Deze beoordeling leidt niet tot toekenning van compensatie aan belanghebbende. UHT heeft voor 2008 wel compensatie toegekend aan de toeslagpartner van belanghebbende. Het bezwaar van [toeslagpartner] is bij de Commissie bekend onder referentie BAC 2021-01544.
De Commissie overweegt dat zowel belanghebbende als haar toeslagpartner voor het
jaar 2007 KOT hebben aangevraagd. Hierdoor is verwarring ontstaan bij B/T. In eerste
instantie heeft B/T de KOT op nihil gesteld. Vervolgens heeft B/T de aanvraag KOT voor
het jaar 2007 op naam van belanghebbende geregistreerd (productie 33 pagina 159 -
163). Belanghebbende heeft voor het jaar 2008 geen KOT aangevraagd. Voor het jaar
2008 is KOT toegekend aan [toeslagpartner]. Nu belanghebbende voor 2008 geen KOT heeft aangevraagd kan zij geen aanspraak maken op compensatie.
Er zijn voor het jaar 2008 weliswaar fouten gemaakt door B/T, maar de man van
belanghebbende was aanvrager en is gecompenseerd voor deze fouten. Het bezwaar is op dit onderdeel ongegrond.
De Commissie kan zich voorstellen dat het voor belanghebbende onduidelijk is waarom UHT geen beslissing heeft genomen ten aanzien van het jaar 2008. De Commissie adviseert UHT om in haar beslissing op bezwaar alsnog te motiveren waarom zij voor het jaar 2008 geen compensatie toekent aan belanghebbende. Het bezwaar is op dit onderdeel gegrond.
Belanghebbende stelt dat UHT geen rekening heeft gehouden met haar persoonlijke
omstandigheden en de geldlening die belanghebbende is aangegaan. UHT voert aan dat belanghebbende een verzoek tot aanvullende vergoeding van werkelijke schade kan indienen bij CWS. De Commissie volgt het standpunt van UHT. Het bezwaar is op dit onderdeel ongegrond.
Omdat de gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar met betrekking tot de
motivatie van de bestreden beschikking niet leidt tot herroeping van deze beschikking,
overweegt de Commissie dat belanghebbende niet in aanmerking komt voor vergoeding van haar proceskosten.
Conclusie
Gelet op het voorgaande adviseert de Commissie UHT:
- om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren;
- de bestreden beschikking in stand te laten;
- en in haar beslissing op bezwaar te motiveren waarom zij voor het jaar 2008 geen
compensatie toekent aan belanghebbende.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter