Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-01642 

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT de bezwaarschriften tegen de beschikkingen van februari 2021 en juni 2021 ongegrond te verklaren en geen proceskostenvergoeding toe te kennen. Belanghebbende stelt in bezwaar dat UHT ten onrechte het volledige forfaitaire bedrag van € 30.000 heeft verrekend met het definitief compensatiebedrag. Uit de door UHT overgelegde notitie van de PZB blijkt dat op 8 februari 2021 een verzoek is gedaan tot toekenning van een noodvoorziening of een eerste betaling van € 5.000 aan belanghebbende. Het aan belanghebbende uitbetaalde bedrag mag daarom worden verrekend, zoals UHT heeft gedaan. Belanghebbende voert in bezwaar aan dat zij, ondanks een daartoe strekkend verzoek, niet de beschikking heeft gekregen over het volledige dossier en bepaalde documenten niet in het geheel zijn overgelegd. UHT heeft deze stukken alsnog toegezonden als producties bij haar schriftelijke reactie van januari 2023. Belanghebbende heeft gesteld dat in de compensatieberekening ten onrechte geen vergoeding van toeslagrente is opgenomen. De hoogte van de eventueel door B/T in rekening gebrachte toeslagrente is (onder andere) herleidbaar uit de SAS-overzichten onder de kop “Heffingsrente”. In het onderhavige geval zijn daar geen bedragen vermeld. Dat betekent dat B/T destijds kennelijk geen toeslagrente bij belanghebbende in rekening heeft gebracht. Belanghebbende heeft zich na de zitting op het standpunt gesteld dat de berekening van de rente over gemiste KOT onvoldoende gemotiveerd is. Naar het oordeel van de Commissie ligt daarin een verschil met onderhavige zaak. Ter zitting heeft gemachtigde verklaart dat, anders dan in het bezwaarschrift is aangevoerd, het juiste forfaitaire bedrag aan vergoeding voor immateriële schade is opgenomen in de compensatieberekening. In navolging van hetgeen hiervoor is overwogen acht de Commissie dit onderdeel van de compensatieberekening voldoende toegelicht. 

Advies