BAC 2021-01209
Publicatiedatum 13-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 11 mei 2021 met kenmerken UHT CHR GU onderscheidenlijk UHT-DC I A
Ontvangst bezwaarschrift: 1 juni 2021 onderscheidenlijk 16 juni 2021
Hoorzitting: n.v.t.
Overdracht advies aan UHT: 24 november 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de bezwaren voor zover betrekking hebbend op de weigering van compensatie als aanvrager van kinderopvangtoeslag kennelijk ongegrond te verklaren en draagt het dossier, voor zover betrekking hebbend op de bezwaren tegen de weigering van een tegemoetkoming als aanvrager van huurtoeslag, ter verdere afhandeling over aan UHT.
Onderwerp van advies
De door betrokkene ingediende bezwaarschriften d.d. 1 juni 2021 en 16 juni 2021 zijn gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikkingen van 11 mei 2021 met kenmerken UHT CHR GU en UHT-DC I A.
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden). Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Betrokkene heeft zich bij UHT aangemeld als gedupeerde van Belastingdienst/Toeslagen.
- Bij beschikking van 11 mei 2021 met kenmerk UHT CHR GU is aan betrokkene meegedeeld dat hij (nog) geen recht had op een betaling van € 30.000.
BAC 22021-01206 en 0120 - Bij brief van 1 juni 2021, ontvangen op 9 juni 2021, heeft betrokkene bezwaar gemaakt tegen deze beschikking.
- Bij besluit van 11 mei 2021 met kenmerk UHT DC I A heeft UHT aangegeven dat betrokkene definitief geen recht heeft op compensatie.
- Bij brief van 14 juni 2021, ontvangen op 16 juni 2021 heeft betrokkene bezwaar gemaakt tegen het besluit met kenmerk UHT-DC A.
- De Commissie heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 17 november 2023.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
De ontvankelijkheid van de bezwaarschriften is niet in geding.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Uit de stukken blijkt, voor zo ver thans van belang, onder meer het volgende.
Betrokkene heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van hem, als aanvrager van een huurtoeslag, sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid van de Belastingdienst/Toeslagen, dat hij hierdoor schade heeft geleden en hij betrokken is geweest bij een CAF-onderzoek. Voor die schade wenst hij te worden gecompenseerd.
In de in de aanhef eerst genoemde beschikking is hem medegedeeld dat hij vooralsnog niet in aanmerking komt voor compensatie als aanvrager van kinderopvangtoeslag. In de tweede in de aanhef genoemde beschikking heeft UHT definitief geweigerd een zodanige compensatie te verlenen.
In de bezwaarschriften heeft de Commissie voldoende aanknopingspunten kunnen vinden om aan te nemen dat betrokkene van meet af aan in aanmerking wenste te komen voor een tegemoetkoming als aanvrager van huurtoeslag en om aan te nemen dat betrokkene nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd of ontvangen.
Het voorgaande leidt de Commissie tot twee conclusies.
De beslissing van UHT om betrokkene vooralsnog, onderscheidenlijk, definitief, geen compensatie te verlenen als aanvrager van kinderopvangtoeslag, is dus reeds hierom terecht.
De Commissie zal UHT daarom adviseren de bezwaren van betrokkene in zo verre kennelijk ongegrond te verklaren.
Voor zover de bezwaren van betrokken betrekking hebben op het niet verlenen van een tegemoetkoming in verband met door betrokkene, gestelde, institutionele vooringenomenheid waarmee hij, beweerdelijk, is geconfronteerd als aanvrager van huurtoeslag, roept de Commissie het volgende in herinnering.
Blijkens haar instellingsregeling is de Commissie bevoegd tot het adviseren over bezwaren tegen beschikkingen die gegeven zijn op grond van de artikelen 2.1, 2.4 tot en met 2.6 en 2.9 eerste lid van de Wht. Artikel 2.16 van de Wht, waarin de wetgever, onder meer, een tegemoetkoming voor aanvragers van huurtoeslag heeft geregeld, wordt daarin niet genoemd. Adviseren daarover behoort dus niet tot de bevoegdheid van de Commissie.
Conclusie
De Commissie adviseert UHT daarom de bezwaren voor zover betrekking hebbend op de weigering van compensatie als aanvrager van kinderopvangtoeslag kennelijk ongegrond te verklaren.
De Commissie draagt de secretaris op het dossier, voor zover betrekking hebbend op de bezwaren tegen de weigering van een tegemoetkoming als aanvrager van huurtoeslag ter verdere afhandeling over te dragen aan UHT.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter