Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-01098

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 10 april 2021 (UHT-DC)

Ontvangst bezwaarschrift: 21 mei 2021

Hoorzitting: 26 januari 2023

Overdracht advies aan UHT: 24 februari 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar tegen de compensatiebeschikking ongegrond te verklaren. De
Commissie geeft UHT in overweging aan belanghebbende te schrijven dat het
bezwaarschrift als een verzoek om aanvullende compensatie aan de Commissie
Werkelijke Schade (hierna: CWS) is aangemerkt en als zodanig doorgezonden.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van gemachtigde is gericht tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 10 april 2021 met als
kenmerk UHT-DC van UHT. Aan belanghebbende is compensatie toegekend omdat bij de beoordeling van de situatie van belanghebbende over de toeslagjaren 2013 en 2014 fouten zijn gemaakt. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904, hierna: Compensatieregeling) is aan belanghebbende een definitief compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 24.346,--. Aan belanghebbende is bij besluit van 9 april 2021 (UHT B-ABD) vanwege de Catshuisregeling een aanvullende vergoeding toegekend van € 5.654,-- zodat belanghebbende een compensatie ontvangen heeft van in totaal € 30.000,-.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november houdende regels ten behoeve van de
hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking
getreden (Stb. 2022, 433). Hiermee is de regelgeving in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, waaronder de artikelen, 49, 49b en 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), de Compensatieregeling en het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stct. 2021, nr. 28304), komen te vervallen. Op grond van artikel 9.2, aanhef en onder e van de Wht werkt afdeling 2.1., voor zover hier relevant, terug tot en met 26 januari 2021.

Artikel 8.6 Wht bepaalt voorts dat beschikkingen, onder andere ter zake van
compensatie, aanvullende compensatie voor werkelijke schade en tegemoetkomingen in het kader van opzet/grove schuld (O/GS) die in het kader van de hersteloperatie
toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van
toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.
Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking van 9 april 2021 en 10 april
2021 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

· Belanghebbende heeft op 2 juni 2020 verzocht om een herbeoordeling van de
Kinderopvangtoeslag. Dit verzoek is niet beperkt tot specifieke jaren.
· Bij beschikking van 10 april 2021 met als kenmerk UHT-DC heeft UHT aan
belanghebbende een definitief compensatiebedrag toegekend ter hoogte van €
24.346,--. Aan belanghebbende is bij besluit van 9 april 2021 (UHT B-ABD)
vanwege de Catshuisregeling een aanvullende vergoeding toegekend van €
5.654,-- zodat belanghebbende een compensatie ontvangen heeft van in totaal €
30.000,-.
· Gemachtigde heeft bij brief van 14 mei 2021, ingekomen op 21 mei 2021, tegen
het besluit van 10 april 2021 een bezwaarschrift ingediend. Bij brief van 16 mei
2022, ingekomen op 16 mei 2022, heeft gemachtigde nadere gronden van
bezwaar aangevoerd.
· Op 29 augustus 2022 heeft UHT daarop schriftelijk gereageerd.
· Op 26 januari 2023 heeft ten behoeve van het bezwaarschrift van
belanghebbende een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is verslag
gemaakt. Dit verslag is achter het advies gevoegd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en voldoet inmiddels aan de daaraan te stellen
eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

In het geval van compensatie op grond van de Wht wordt aan gedupeerde ouders niet
steeds het werkelijke nadeel vergoed dat zij menen te hebben ondervonden. Wanneer
aannemelijk is dat de werkelijke schade als gevolg van het handelen door de
Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) hoger is dan de deels forfaitaire compensatie uit hoofde van artikel 2.3 Wht, dan kan de ouder op grond van artikel 2.1 lid 3 Wht in
aanmerking komen voor een aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. De
ouder dient daartoe een verzoek tot vergoeding van de werkelijke schade in te dienen,
dat door UHT voor advies wordt voorgelegd aan CWS. Dit CWS-advies is vervolgens
leidend bij het nemen van het uiteindelijke besluit met betrekking tot de aanvullende
compensatie.

Bovenstaand onderscheid is van belang, omdat het bezwaarschrift van belanghebbende is gericht tegen een compensatiebeschikking die ziet op de toekenning van de (deels) forfaitaire compensatie op grond van artikel 2.3 Wht. De door belanghebbende opgevoerde gronden van bezwaar hebben echter uitsluitend betrekking op door belanghebbende volgens haar werkelijk geleden schade, die gezien het voorgaande bij de beoordeling van aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade aan de orde kan komen.

Naar alle waarschijnlijkheid heeft belanghebbende met de indiening van dit
bezwaarschrift willen betogen voor meer compensatie in aanmerking te komen, terwijl
daarmee tevens formeel bezwaar is gemaakt tegen de reeds toegekende compensatie.
De Commissie kan dan ook niet anders concluderen dan dat er feitelijk sprake is van een verzoek om aanvullende schadevergoeding, en zal UHT adviseren het bezwaarschrift op zo kort mogelijke termijn aan de CWS door te zenden.

Conclusie

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie
kinderopvangtoeslag ongegrond te verklaren en het bezwaarschrift door te zenden aan de CWS, zodat het als verzoek om aanvullende schade in behandeling kan worden
genomen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter