Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-00803

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 3 juni 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/189 UHT-B DMB2

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 06 januari 2022

Samenvatting

De bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de beschikking van 3 juni 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/189 UHT-B DMB2 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van belanghebbende namens haar ingediend door gemachtigde is gericht tegen de beschikking van 3 juni 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/189 UHT-B DMB2 van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000,-. De Commissie heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 10 december 2021.

Procesverloop

Gronden van bezwaar
Namens belanghebbende wordt gesteld dat zij geen bezwaar heeft tegen de toekenning van € 30.000, - maar wel tegen de hoogte van dat bedrag: de door haar geleden materiële en immateriële schade bedraagt meer dan de haar nu toegekende compensatie.

Daarnaast wordt verzocht om de op deze zaak betrekking hebbende stukken. Tevens wordt een verzoek om een proceskostenvergoeding gedaan.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000,- is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.

Namens belanghebbende wordt gesteld dat het bezwaar zich niet richt tegen de toekenning van € 30.000, .; zij verzoekt uitsluitend om meer compensatie. Het bezwaarschrift is echter formeel gericht tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van €30.000,- is toegekend.

De gronden die belanghebbende in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende aangemerkt als een (herhaald) verzoek om meer compensatie. De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een integrale beoordeling.

Voor de aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een verzoek in te dienen bij de Commissie Werkelijke Schade.

Belanghebbende heeft verzocht om toezending van de relevante stukken. De Commissie is van mening dat hij of gemachtigde zich daarvoor dient te richten tot UHT.

Proceskosten
Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie kennelijk ongegrond is, geen recht op vergoeding daarvan.

Conclusie

De Commissie adviseert het bezwaar tegen het besluit van 3 juni 2021 kennelijk ongegrond te verklaren, de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten en het verzoek om vergoeding van de proceskosten af te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter