Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-00725

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift in de onderhavige zaak ongegrond te verklaren. De Commissie stelt dat het niet voldoende is voor recht op compensatie dat een ouder opvang heeft genoten bij een kinderopvanginstelling die onderwerp was van een CAF-onderzoek, er moet ook sprake zijn geweest van institutionele vooringenomenheid of hardheid van   het stelsel. Volgens de Commissie is dat in deze situatie niet het geval. De correcties in het relevante toeslagjaar waren reguliere correcties. Daarnaast volgt uit artikel 2.1 lid 4 Wht dat een hardheidstegemoetkoming niet kan worden toegekend voor een toeslagjaar waarover minder dan € 1.500 aan KOT is teruggevorderd of waar het recht op KOT met minder dan € 1.500 is verlaagd. Aangezien de verlaging van de KOT voor het toeslagjaar 2008 slechts € 1.302 bedraagt, komt belanghebbende ook om die reden niet in aanmerking voor compensatie op basis van hardheid. Met betrekking tot het standpunt van belanghebbende dat het dossier incompleet was en daardoor UHT ten onrechte concludeerde dat er geen terugvorderingen waren, is de Commissie van mening dat UHT, op basis van de schriftelijke reactie en bijbehorende stukken, voldoende kon aantonen dat de handelingen met betrekking tot de KOT voor het toeslagjaar 2008 adequaat waren. Op grond hiervan wordt het bezwaar als ongegrond beschouwd.

Advies