BAC 2021-00341
Publicatiedatum 16-04-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 5 april 2021, UHT-DC-I
Ontvangst bezwaarschrift: 11 mei 2021
Hoorzitting: afhandeling op stukken (geen hoorzitting)
Overdracht advies aan UHT: 30 maart 2022
Onderwerp van advies
Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende), ingediend door (hierna: gemachtigde), is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) van 5 april 2021 (UHT-DC I).
Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF) zaken van 28 augustus 2020, (Stcrt. 7 september 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan haar voor de jaren 2014 tot en met 2016 een compensatie toegekend.
Procesverloop
Acute nood
Per brief van 17 november 2020 heeft belanghebbende een uitbetaling ontvangen van 8.000 euro in verband met acute financiële nood.
Voornemen
Bij brief van 21 december 2020 heeft de UHT belanghebbende een vooraankondiging van de voorlopige compensatieberekening over 2014, 2015 en 2016 toegezonden.
Definitieve beschikking compensatie
Bij brief van 5 april 2021 heeft UHT belanghebbende een definitieve compensatieberekening toegezonden inzake de jaren 2014, 2015 en 2016.
Bezwaarschrift
De gemachtigde heeft namens belanghebbende tegen de definitieve beschikking van 5 april 2021 pro-forma bezwaar ingediend op 10 mei 2021 (ontvangen op 11 mei 2021). Hetzelfde bezwaarschrift is een week later nogmaals ingediend (ontvangen op 17 mei 2021). Gemachtigde heeft het bezwaarschrift aangevuld met gronden op 5 december 2021.
Verweerschrift
UHT heeft een verweerschrift met dagtekening 17 januari 2022 ingediend bij de
Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie). Dit verweerschrift is ook gedeeld met de gemachtigde.
Behandeling
Op verzoek van belanghebbende is haar bezwaarschrift op de stukken afgedaan.
Gronden van bezwaar
De grond van bezwaar luidt als volgt:
- de gehanteerde termijn voor de compensatie van immateriële schade is onjuist.
Verweer - De teruggevorderde toeslagrente is in de primaire beschikking nog niet meegenomen onder component A van de compensatieberekening en dit zal ambtshalve worden hersteld. Hierdoor worden ook de onderdelen onder c, f, i en j verhoogd.
- De sluitingsdatum van de periode waarover de immateriële schadevergoeding wordt berekend, wordt verlengd tot de datum van de beslissing op bezwaar.
Voor het overige is de compensatie op de juiste wijze berekend.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Immateriële schade
Voor wat betreft compensatie voor immateriële schade wordt in de compensatieregeling uitgegaan van een vergoeding van 500 euro voor ieder half jaar dat is verstreken tussen het eerste neerwaartse correctiebesluit en de dagtekening van de eerste beschikking met betrekking waarmee de compensatie wordt vastgesteld. Bij de berekening van de immateriële schadevergoeding is uitgegaan van het eerste neerwaartse correctiebesluit en daarmee behoeft het aanvangsmoment van de berekening van de immateriële schadevergoeding geen aanpassing. De Commissie adviseert wel om de einddatum aan te passen tot het moment van de beslissing op bezwaar, zoals ook door UHT in de schriftelijke reactie op het bezwaarschrift is toegezegd.
Toeslagrente
Indien en voor zover toeslagrente in rekening is gebracht aan belanghebbende, dient deze, conform eerdere adviezen van de Commissie, te worden vergoed onder a van de compensatieberekening.
Vermindering voor voorziening acute nood
Bij de berekening van het compensatiebedrag is door UHT een vermindering 8.000,- euro met vermelding "AF: Eerste betaling''. Dit betreft kennelijk het bedrag dat 7 november 2020 is toegekend als acute noodvoorziening. In het toekenningsbesluit staat vermeld "U krijgt nu 8.000,- euro. Het geld is op 6 november 2020 aan u overgemaakt. Dit hoeft u nooit terug te betalen''. Het Besluit noodvoorziening toeslagen van 11 december 2020, Staatscourant 2020, 62981, bepaalt in paragraaf
2.2 dat het bedrag van de noodvoorziening op een later moment niet in mindering zal worden gebracht op het toe te kennen bedrag aan compensatie of tegemoetkoming. De Commissie is op grond hiervan van mening dat de vermindering van 8.000, - euro op het compensatiebedrag ten onrechte is toegepast.
Kosten rechtsbijstand
De UHT heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat een vergoeding van de proceskosten wordt toegekend. De Commissie kan zich hierin vinden en adviseert om conform eerdere adviezen een vergoeding op basis van 2 procespunten met elk een wegingsfactor 2 te hanteren.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie:
- om de einddatum voor de berekening van immateriële schadevergoeding aan te passen tot het
moment van de beslissing op bezwaar; - om de vermindering van de compensatie wegens verleende acute noodhulp
ongedaan te maken; - om een vergoeding toe te kennen voor de in deze bezwaarprocedure gemaakte proceskosten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter