Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2020-006

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 26 maart 2020 met kenmerk T-C DR CAF-11 CB 2

Ontvangst bezwaarschrift: 7 mei 2020

Hoorzitting: 10 december 2021

Overdracht advies aan UHT: 14 februari 2022

Samenvatting

De Commissie adviseert om het bedrag van de compensatie te verhogen, zal dit slechts leiden tot een extra uit te betalen bedrag aan compensatie, indien het te compenseren bedrag door de geadviseerde aanpassingen het al toegekende bedrag van € 30.000 zou overtreffen.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van [belanghebbende] is gericht tegen de beschikking 'definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag’ van 26 maart 2020 (T-C DR CAF-11 CB 2) van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT). Deze compensatie voor de toeslagjaren 2013 en 2014 is aan belanghebbende toegekend omdat zij deel heeft uitgemaakt van het onderzoek CAF 11.

Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 6 december 2019 (Staatscourant 9 december 2019, 66172, hierna: Compensatieregeling) is aan haar een bedrag van € 16.516 toegekend.

De compensatie bestaat uit:

  • vergoeding van door de Belastingdienst/Toeslagen in het kader van CAF 11 teruggevorderde kinderopvangtoeslag (3.1.1 Compensatie voor correctiebesluiten);
  • vergoeding van materiële schade volgens de vaste norm van 25% van dit bedrag (3.1.3 Compensatie voor veronderstelde materiële schade);
  • vergoeding van invorderingskosten, inclusief rente (3.1.4 Compensatie voor invorderingskosten);
  • vergoeding van immateriële schade van € 500 per zes maanden (3.1.2 Compensatie voor veronderstelde immateriële schade);
  • extra compensatie van 1% in verband met de mogelijke gevolgen van vermogenstoename (7. Extra compensatie).

Procesverloop

Voornemen

Belanghebbende is bij brief van 17 december 2019 een voorlopige compensatie CAF 11 voor de toeslagjaren 2013 en 2014 van € 16.011 toegekend.

Definitieve compensatiebesluit

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft UHT belanghebbende voor de toeslagjaren 2013 en 2014 een definitieve compensatie toegekend van € 16.516.

Bezwaarschrift

Bij brief van 1 mei 2020 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen het definitieve compensatiebesluit. Belanghebbende wordt sinds 7 januari 2021 bijgestaan door [gemachtigde].

Verweerschrift

UHT heeft voorafgaand aan de hoorzitting een verweerschrift met dagtekening 4 september 2020, aangevuld op 3 februari 2021, ingediend bij de Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie).

Aanvullende compensatie

Bij besluit van 29 januari 2021 is belanghebbende nog een bedrag van € 13.484 toegekend waardoor het compensatiebedrag is aangevuld tot € 30.000.

Hoorzitting

Belanghebbende was eerder uitgenodigd voor een hoorzitting van de Commissie op 22 januari 2021 en voor een hoorzitting op 16 juli 2021. Gemachtigde heeft zich voor beide hoorzittingen afgemeld. De Commissie heeft vervolgens, rekening houdend met de door gemachtigde aangegeven verhindermaanden, belanghebbende, gemachtigde en de vertegenwoordiger van UHT op 10 december 2021 gehoord. Van deze hoorzitting is verslag gemaakt. Het verslag is achter dit advies gevoegd.

Nadere stukken

De overzichten van het Landelijk Incasso Centrum (hierna: LIC) zijn via de e-mail op 21 december 2021 aan gemachtigde toegestuurd. Gemachtigde kon vóór 14 januari op deze overzichten reageren. Gemachtigde is tussentijds opnieuw op deze mogelijkheid gewezen. Gemachtigde heeft niet van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De brief van belanghebbende waarover op deze hoorzitting werd gesproken ( zie het verslag
hieronder), heeft gemachtigde, ondanks een herhaald verzoek daartoe, niet aan de Commissie toegestuurd.

UHT heeft bij e-mailbericht van 17 januari 2022 nog nadere informatie verstrekt. Dit bericht is op 18 januari 2022 aan gemachtigde doorgestuurd met de mogelijkheid daarop te reageren. Gemachtigde heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

Het compensatiebedrag is niet inzichtelijk/dossier ontbreekt

Omdat belanghebbende haar complete dossier nog steeds niet heeft ontvangen, kan de juistheid van de berekening van het compensatiebedrag niet gecontroleerd worden.

Gevolgen stopzetten kinderopvangtoeslag

Het stopzetten van de kinderopvangtoeslag (hierna: kot) heeft voor belanghebbende vele negatieve gevolgen gehad. Zo zijn haar mogelijkheden op het gebied van werk en studie ontnomen, heeft zij er fysiek en psychisch zwaar onder geleden, werd het contact tussen de dochter en de vader in Egypte bemoeilijkt en heeft belanghebbende vele schulden moeten maken. De ontstane situatie rechtvaardigt een hogere compensatie. Er is inmiddels een verzoek bij de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) ingediend.

Onjuistheden

UHT stelt ten onrechte dat de door belanghebbende handgeschreven bezwaarbrieven door de Belastingdienst/Toeslagen nooit zijn ontvangen. In tegenstelling tot hetgeen wordt aangevoerd, heeft zij wel degelijk toeslag terugbetaald.

Verweer

In (aanvullende) reactie op het bezwaarschrift stelt de dienst, samengevat:

  • belanghebbende is ontvankelijk in haar bezwaar;
  • de dienst is gebonden aan het Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-) zaken. In onderdeel 3 van dit Besluit is beschreven hoe de compensatie wordt berekend en uit welke elementen deze compensatie bestaat;
  • de immateriële vergoeding betreft een vergoeding voor veronderstelde stress, ongemak en onzekerheid waarmee de ouder is geconfronteerd in de lange tijd die verstreken is vanaf het eerste neerwaartse correctiebesluit in het kader van het CAF-onderzoek; deze vergoeding moet worden verstrekt tot aan de datum van de beslissing op bezwaar;
  • met de door belanghebbende in haar bezwaarschrift aangegeven verrekeningen en terugbetalingen is in de definitieve compensatiebeschikking rekening gehouden:
    • de bedragen in de berekening van het compensatiebedrag met betrekking tot de toeslagjaren 2013 en 2014 komen overeen met de betreffende voorschot- en definitieve beschikkingen;
  • de door belanghebbende geleden werkelijke schade kan worden voorgelegd aan de CWS;
  • er is ten onrechte een toekenning van rente buiten beschouwing gelaten op grond van par. 3.1.6 van het Compensatiebesluit waardoor de schadevergoeding tot een te laag bedrag is berekend. Dit zal in het besluit op bezwaar worden hersteld;
  • het bedrag van € 618, (betekeningskosten) is niet meegenomen in de compensatieberekening omdat het betreffende dwangbevel destijds ten onrechte is opgelegd. Dit bedrag is nooit ingevorderd.

Feiten

In 2013 was het recht op kot vóór het CAF-onderzoek € 12.659 (besluit van 21 november 2013). In verband met het onderzoek is bij besluit van 18 november 2016 het recht op kot op nihil gesteld.

In 2014 was het recht op kot vóór het CAF-onderzoek € 13.148 (besluit van 21 mei 2014). Bij besluit van 21 oktober 2014 is het recht op KOT op nihil gesteld.

Bij beschikking van 18 februari 2021 is een definitieve compensatie van € 16.516 toegekend Bij besluit van 29 januari 2021 is aan belanghebbende op grond van de zogenaamde Catshuisregeling een bedrag van € 13. 484 toegekend waardoor het compensatiebedrag is aangevuld tot € 30.000.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd:
    o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag), Staatscourant 19 maart 2021, 14691, hierna: Catshuisregeling;
  • Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag, Staatscourant 1 maart 2021, 10248.

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het compensatiebedrag is niet inzichtelijk/dossier ontbreekt

De Commissie volgt gemachtigde in haar stelling dat het bestreden besluit onvoldoende inzichtelijk is: bij de bij het besluit gevoegde berekeningstabel ontbreekt een duidelijke toelichting en verwijzing naar onderliggende stukken c.q. beschikkingen.
In zoverre is het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd. Naar het oordeel van de Commissie is belanghebbende door deze gang van zaken echter niet benadeeld; aan de hand van het aan gemachtigde toegestuurde verweerschrift met bijlagen, de na
de hoorzitting aan gemachtigde toegestuurde LIC-overzichten en het eveneens aan haar doorgestuurde e-mailbericht d.d. 17 januari 2022 van UHT is de berekening te herleiden tot de in de berekeningstabel genoemde bedragen. In dit verband acht de Commissie van belang dat gemachtigde niet van de geboden mogelijkheid gebruik heeft gemaakt om naar aanleiding van de nagezonden informatie aan te geven welke bedragen in de berekening onjuist of niet duidelijk zijn.

Gederfde toeslagrente

Op grond van de Compensatieregeling zoals gewijzigd bij besluit van 28 augustus 2020 heeft belanghebbende ook recht op een compensatie voor gederfde toeslagrente als bedoeld in paragraaf 3.1.6. van dat besluit. De Commissie adviseert die compensatie bij de beslissing op het bezwaar alsnog toe te kennen. In lijn met artikel 27 Awir wordt deze rente enkelvoudig berekend over het tijdvak dat eindigt op de dag van de dagtekening van de beslissing op bezwaar.

In rekening gebrachte toeslagrente

De Commissie adviseert alle in rekening gebrachte toeslagrente, conform eerdere adviezen van de Commissie, te vergoeden onder a van de compensatieberekening. Over het jaar 2013 is een bedrag van € 1.205 aan toeslagrente aan belanghebbende in rekening gebracht. Dat heeft ook invloed op de compensatie van 25% voor materiële schade onder c).

Vergoeding voor immateriële schade

De Commissie onderschrijft het standpunt van UHT dat de periode waarover de vergoeding voor immateriële schade wordt toegekend, moet worden verlengd tot aan de datum van de beslissing op bezwaar.

Compensatie van 1%

Eén en ander heeft gevolgen voor de berekening van de extra compensatie van 1%.

Gevolgen stopzetten kot

De Commissie merkt de bezwaren wat betreft de sociale en overige gevolgen van de terugvordering van de toeslag aan als een verzoek om vergoeding van de werkelijk door belanghebbende geleden schade. De vergoeding van deze schade valt evenwel niet onder het bereik van de Compensatieregeling, waarop het definitieve compensatiebesluit is gebaseerd, en derhalve buiten het kader van dit advies. Gemachtigde heeft gesteld een verzoek om vergoeding van deze schade reeds naar CWS gezonden te hebben.

De Commissie adviseert om in de beslissing op bezwaar duidelijk te maken aan belanghebbende dat de beslissing op bezwaar enkel betrekking heeft op de toekenning van de standaardvergoedingen volgens de compensatieregelingen wat betreft de jaren 2012, 2013 en 2014 en niet al mede een beslissing is op haar verzoek om vergoeding van werkelijke schade.

Onjuistheden

De Commissie zal het bezwaar, dat UHT ten onrechte heeft gesteld de in het verleden toegestuurde bezwaarschriften niet te hebben ontvangen, buiten behandeling laten. De berekening van de compensatie gaat er vanuit dat de toeslag destijds niet teruggevorderd had mogen worden. Daarin voorziet de Compensatieregeling dus. Belanghebbende is hierdoor niet benadeeld.

De Commissie heeft aan de hand van het verweerschrift met producties en de nagekomen informatie (in het bijzonder pagina 2 van het LIC-overzicht over 2014) kunnen vaststellen dat bij de berekening van het compensatiebedrag rekening is gehouden met de door belanghebbende in haar bezwaarschrift aangevoerde terugbetalingen en verrekeningen. De compensatie is in dat opzicht juist
berekend.

Vergoeding proceskosten

Gemachtigde heeft niet verzocht om proceskostenvergoeding. Aangezien belanghebbende op de hoorzitting is bijgestaan door een professionele rechtsbijstandverlener en het bezwaar (gedeeltelijk) gegrond is, adviseert de Commissie om belanghebbende een proceskostenvergoeding toe te kennen voor de bijstand tijdens de hoorzitting (1 procespunt met een wegingsfactor 2 en een waarde van € 759).

Conclusie en advies

Samengevat adviseert de Commissie:

  • om het definitieve compensatiebedrag aan te passen door in de ‘Berekening compensatie’ die als bijlage bij het bestreden besluit is gevoegd, onder element a het bedrag aan in rekening gebrachte toeslagrente op te nemen;
  • om de overige elementen en het totaal van het definitieve compensatiebedrag verder aan dit gewijzigde bedrag aan te passen;
  • om de vergoeding voor immateriële schade vanaf de datum van zogenaamde baliebrief tot aan het moment van de beslissing op bezwaar toe te kennen;
  • om alsnog de door belanghebbende gederfde toeslagrente te vergoeden met toepassing van art. 27 Awir;
  • om een proceskostenvergoeding voor deze bezwaarprocedure toe te kennen.
    Eén en ander heeft ook gevolgen voor de berekening van de extra compensatie van 1%.

Hoewel de Commissie dus adviseert om het bedrag van de compensatie te verhogen, zal dit slechts leiden tot een extra uit te betalen bedrag aan compensatie, indien het te compenseren bedrag door de geadviseerde aanpassingen het al toegekende bedrag van € 30.000 zou overtreffen. De Commissie kan niet vaststellen of dat het geval zal zijn.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter