BAC 2022-10471
Publicatiedatum 08-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 16 augustus 2022 met kenmerk UHT-DC-I A en UHT-DH5 A
Hoorzitting: 28 januari 2025 om 15:00 uur
Overdracht advies aan UHT: 30 januari 2025
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het
bezwaar ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de
door UHT genomen definitieve beschikkingen met kenmerken UHT-DC-I A en UHT DH5 A (hierna de bestreden beschikkingen).
In de bestreden beschikkingen heeft UHT besloten dat belanghebbende geen recht heeft op compensatie. Er is niet gebleken dat er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van de regels van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 5 februari 2021 verzocht om een herbeoordeling van de
KOT voor de periode 2005 tot en met 2019. - De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft haar beoordeling van het verzoek
van belanghebbende op 21 juli 2022 aan UHT toegestuurd. De CvW heeft
geadviseerd dat gedurende de betrokken jaren geen sprake is geweest van
institutionele vooringenomenheid of bijzondere omstandigheden. - UHT heeft bij de bestreden beschikkingen aan belanghebbende medegedeeld dat
hij geen recht heeft op compensatie. - Gemachtigde heeft bij brief van 15 september 2022, ingekomen op 16 september
2022, tegen deze beschikkingen een bezwaarschrift ingediend. - UHT heeft op 4 maart 2024 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
- Op 28 januari 2025 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is
gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming af te wijzen.
Op grond van artikel 2.1 lid 1 Wht wordt alleen compensatie toegekend aan de aanvrager van KOT. UHT heeft het verzoek om compensatie van belanghebbende afgewezen omdat uit alle beschikbare informatie niet is gebleken dat belanghebbende KOT heeft aangevraagd. De Commissie acht het standpunt van UHT navolgbaar. De Commissie neemt hierbij in aanmerking dat belanghebbende geen nadere stukken in zijn bezit heeft waaruit blijkt dat er KOT aangevraagd is.
Daarnaast overweegt de Commissie dat de enkele vaststelling van een KOT-aanvraag
niet automatisch betekent dat ook sprake is van vooringenomenheid of hardheid,
waardoor belanghebbende recht heeft op compensatie op grond van deze
herstelmaatregel; hier is meer voor nodig.
Gelet op voorgaande overwegingen ziet de Commissie in het bezwaar geen aanleiding om het advies van CvW en de beslissing van UHT onjuist te achten. De Commissie adviseert daarom om het bezwaar van belanghebbende ongegrond te verklaren.
Proceskostenvergoeding
Nu de bezwaren naar het oordeel van de Commissie ongegrond zijn, heeft
belanghebbende geen recht op een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De
Commissie adviseert het verzoek voor een proceskostenvergoeding af te wijzen.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie om het bezwaar ongegrond te verklaren en om het verzoek voor een proceskostenvergoeding af te wijzen.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter