Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-5693

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 29 maart 2022 met kenmerk UHT-CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 1 april 2022

Overdracht advies aan UHT: 23 juni 2022

Samenvatting

De Commissie adviseert UHT om het bestreden besluit in stand te laten en de integrale beoordeling zo spoedig mogelijk in gang te zetten.

Onderwerp van advies

Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking inzake de toekenning van een zgn. Catshuisuitkering d.d. 29 maart 2022 (UHT CHR GU).

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld voor een herbeoordeling van de ontvangen KOT (hierna KOT).
  • Bij beschikking van 29 maart 2022 is aan belanghebbende meegedeeld dat hij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000.
  • Bij brief van 30 maart 2022, ontvangen op 1 april 2022, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
  • In haar vergadering van 10 juni 2022 heeft de Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], het bezwaarschrift behandeld.

Gronden van bezwaar

Het bezwaarschrift luidt – samengevat – dat het belanghebbende inmiddels duidelijk is geworden dat zijn ex-echtgenote het forfaitaire bedrag van € 30.000 toegekend heeft gekregen en dat hij, gelet op zijn financiële steun aan zijn gezin en zijn moeilijke financiële omstandigheden, ook deze compensatie wenst te ontvangen.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling (Catshuisregeling KOT), Staatscourant 19 maart 2021, 14691 (hierna: Catshuisregeling);
  • Besluit uitbreiding Catshuisregeling KOT, Staatscourant 1 juni 2021, nr. 28304 (hierna: tweede Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en ook voldoet aan de overige daaraan te stellen eisen.

Feiten

Belanghebbende en/of zijn ex-echtgenote hebben voor de jaren 2016 en 2017 KOT aangevraagd en toegekend gekregen. Belanghebbende heeft zich bij UHT aangemeld voor een herbeoordeling van de aanspraak op KOT.

“U hebt zich aangemeld voor een herbeoordeling van uw KOT. Het kabinet heeft (….) besloten om gedupeerde ouders minimaal € 30.000 te geven. Iedereen die zich heeft aangemeld voor een herbeoordeling, krijgt eerst een lichte toets. (…) U hebt een lichte toets gehad. Helaas zien wij nu geen reden u € 30.000 uit te betalen. Wij gaan nog goed naar uw situatie bekijken. Uw herbeoordeling is nog niet klaar.

Wat is er uit de lichte toets gekomen?

2016

U moest volgens onze gegevens geen geld terugbetalen. We hebben u ook niet gevraagd om geld terug te betalen.

2017

U moest geld terugbetalen. Of wij hebben u KOT verlaagd. U hebt volgens onze gegevens zelf uw KOT stopgezet.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

In het kader van de hersteloperatie KOT heeft het kabinet eind 2020 aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Vooruitlopend op de vaststelling van wetgeving is de Catshuisregeling tot stand gekomen. Op grond van deze regeling komen ouders die bij UHT een verzoek hebben ingediend of nog gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van (een van) de herstelregelingen in aanmerking voor een forfaitair bedrag van € 30.000 als zij in enig jaar voldoen aan de in de desbetreffende herstelregeling genoemde voorwaarden.

Paragraaf 2.2. van tweede Catshuisregeling bepaalt dat de dit bedrag eenmalig wordt uitbetaald aan de ouder die de KOT heeft aangevraagd. Als uitgangspunt geldt dat een ouder met een toeslagpartner in de jaren waarover herstel plaatsvindt, samen één keer voor het bedrag van € 30.000 in aanmerking komen. Dit is ongeacht het aantal jaren waarvoor recht op compensatie of tegemoetkoming bestaat en ongeacht of het partnerschap de gehele periode waarover herstel wordt geboden heeft geduurd. Van de ouder en de (ex-) toeslagpartner wordt verwacht dat zij waar van toepassing het bedrag onderling verdelen.

Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor de toekenning van het bedrag van € 30.000 wordt een lichte toets uitgevoerd. Na deze eerste, snelle toets volgt altijd een integrale beoordeling. De ouder hoeft daarvoor geen actie te ondernemen.

Het is de Commissie niet duidelijk waarom de aanmelding van belanghebbende heeft geleid tot een beoordeling van de KOT betreffende de jaren 2016 en 2017 en uitbetaling van € 30.000 aan zijn ex-echtgenote.
Wat daarvoor ook de reden is geweest, feit blijft dat belanghebbende op grond
paragraaf 2.2. van de tweede Catshuisregeling geen aanspraak meer kan maken op toekenning van het forfaitaire bedrag; dit wordt immers eenmalig uitbetaald aan de aanvrager en de (ex-)toeslagpartner en dient onderling tussen beide personen verdeeld te worden.

Nu de bezwaren van belanghebbende niet kunnen leiden tot een ander besluit heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bestreden besluit in stand te laten. De Commissie adviseert UHT tevens om het ertoe te leiden dat de integrale toets zo spoedig mogelijk zal plaatsvinden.

Advies

De Commissie adviseert UHT om het bestreden besluit in stand te laten en de integrale beoordeling zo spoedig mogelijk in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter